Prépositions des pays/villes

  • Voca
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  • Voca

Slide 1 - Tekstslide

Dans ce cours...
... les prépositions des pays et villes
= de voorzetsels bij landen en steden

Slide 2 - Tekstslide

La roue des prépositions des pays/villes
Welk voorzetsel krijgt het land of de stad?

Slide 3 - Tekstslide

Les prépositions des pays/villes
In het Frans staat er voor een land of stad altijd een lidwoord. Als je wilt zeggen dat je in een land bent of naar een land gaat, verandert het lidwoord in een voorzetsel:
  • au > mannelijke landen
  • en > vrouwelijke landen
  • aux > landen die in het meervoud staan
  • à > steden

Slide 4 - Tekstslide

Welke 3 voorzetsels gebruik je bij landen?

Slide 5 - Open vraag

Welk voorzetsel gebruik je bij steden?

Slide 6 - Open vraag

Waaraan kan je zien dat een land vrouwelijk is?

Slide 7 - Open vraag

Welke twee landen ken je die meervoud zijn?

Slide 8 - Open vraag

4

Slide 9 - Video

02:07
Welk voorzetsel komt er op de puntjes bij zin 1?
Je vais ... Danemark.

Slide 10 - Open vraag

02:38
Welk voorzetsel komt er op de puntjes bij zin 2?
Nous sommes allés ... Italie.

Slide 11 - Open vraag

03:30
Welk voorzetsel komt er op de puntjes bij zin 1?
Tu vas ... Barcelone.

Slide 12 - Open vraag

03:47
Welk voorzetsel komt er op de puntjes bij zin 2?
Elle était ... Amsterdam.

Slide 13 - Open vraag

Elle habite ... Espagne.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 14 - Quizvraag

Nous allons ... Toulouse.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 15 - Quizvraag

J'habite ... Japon.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 16 - Quizvraag

Il aime vivre ... Bruxelles.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 17 - Quizvraag

Je vais ... Suisse.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 18 - Quizvraag

Elle est ... États-Unis.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 19 - Quizvraag

Vous restez ... Belgique?
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 20 - Quizvraag

Il a été ... Portugal.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 21 - Quizvraag

l'Allemagne
l'Espagne
la Suisse
les Pays-Bas
l'Angleterre
les États-Unis

Slide 22 - Sleepvraag

Vertaal: Vous êtes en Allemagne.

Slide 23 - Open vraag

Vertaal: Je vais en vacances au Maroc.

Slide 24 - Open vraag

Vertaal: Ils habitent à Londres en Angleterre.

Slide 25 - Open vraag

Vertaal: Wij zijn in Frankrijk.

Slide 26 - Open vraag

Vertaal: Ik woon in Breda in Nederland.

Slide 27 - Open vraag

Vertaal: Zij gaat naar Canada.

Slide 28 - Open vraag