7.6 Nominale en reële indexcijfers en 8.1 sunk costs

Indexcijfers en sunk costs
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Indexcijfers en sunk costs

Slide 1 - Tekstslide

de doelen: Je kunt rekenen met indexcijfers. 
Je weet het verschil tussen nominaal en reëel. (Denk aan de les met de prijs van Big Macs in Europa 
Je kunt rekenen met nominale en reëele indexcijfers. 
Je weet wat Sunk Costs (verzonken kosten zijn. 
Je weet wat zelfbinding is

Slide 2 - Tekstslide

In §7.6 hebben we kennis gemaakt met indexcijfers en
met de termen nominaal en reëel 

Slide 3 - Tekstslide

In de economie willen we graag weten hoe de reële loon ontwikkeling is

Dus hoeveel kun je nog kopen als je loon verandert, en ook je prijzen zijn veranderd?

Slide 4 - Tekstslide

Daar zijn indexcijfers best handig voor.

Als je het nominale loon uitdrukt als een indexcijfer:

in basis jaar 2017 verdien ik €1600 en in het jaar 2018 verdien ik €2000. Dan is het nominale indexcijfer 125

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijk om te weten als je het reele loon wil uitrekenen is hoeveel de prijzen zijn veranderd. Hoe groot was de inflatie.
Als de prijzen t.o.v. het basisjaar met 5% zijn gestegen, dan is het prijsindexcijfer 105

Slide 6 - Tekstslide

Als je nu wil weten hoeveel het reele loon is gestegen, dan gebruik je de formule:

NIC/PIC = RIC

Slide 7 - Tekstslide

NIC = 125
PIC = 105

RIC = 125/105 = 119

Dus het reele loon is 19% gestegen

Slide 8 - Tekstslide

§8.1
Sunk Costs = verzonken kosten
kosten die je kwijt bent als de investering geen succes wordt

Slide 9 - Tekstslide

Zelfbinding
Grote investeringen doen kan ook leiden tot zelfbinding.

Je stelt je op als 
betrouwbare partner.

Slide 10 - Tekstslide

Wat ga je doen?
bestuderen §7.6 en §8.1

maken §7.6 1 t/m 8
§8.1 kies 3 opgaven uit de eerste 8 en maak minimaal 2-4-6-7

Slide 11 - Tekstslide