2024_week11_1mh_(on)bepaalde lidwoorden+aanvullende regels

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 

  • Jacke aus 
  • laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch/Heft/Stift auf dem Tisch
timer
3:00
Als de timer gestopt is zie ik iedereen de woordjes van Lektion 2 op blz. 85  schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Wörter schreiben
- Schrijf de woordjes van Lektion 2 op blz. 85 herhaaldelijk op totdat de timer is gestopt.
timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

Wörter abfragen

Slide 4 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Wörter schreiben und abfragen
  • Presentaties sturen
  • Kurze Wiederholung basisregels lidwoorden

  • Uitleg aanvullende regels lidwoorden
  • An die Arbeit
  • deutsches Lied

Slide 5 - Tekstslide

Lernziel

  • Aan het einde van de les kan je tenminste één aanvullende regel voor het gebruik van -der, -die en van -das benoemen, doordat je opdrachten en aantekeningen hebt gemaakt.

Slide 6 - Tekstslide

Basisregels lidwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer mannelijk?
  • Mannelijke personen, dieren en beroepen
  • de dagen
  • de seizoenen
  • de maanden
  • de dagdelen

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer vrouwelijk?
  • vrouwelijke personen, dieren en beroepen
  • woorden die eindigen op: -heit, -keit, -ung, -e

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer onzijdig?
  • woorden die in het Nederlands -het woorden zijn, zoals het huis (das Haus), het paard (das Pferd).
  • verkleinwoorden: deze woorden eindigen op -chen en -lein. Het meisje (das Mädchen), het boekje (das Buchlein)

Slide 10 - Tekstslide

Onbepaald lidwoord
een of geen
  • ein of eine 
  • kein of keine

Slide 11 - Tekstslide

Aanvullende regels lidwoorden
In dein Heft

Slide 12 - Tekstslide

Bepaald lidwoord -de en -het
Bepaald lidwoord mannelijk (m)   Bepaald lidwoord vrouwelijk (v)

Slide 13 - Tekstslide

Bepaald lidwoord
Bepaald lidwoord onzijdig (o)
Let dus goed op bij het woord Mädchen. Dit is wel een vrouw, maar het eindigt op -chen en is dus een verkleinwoord.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

An die Arbeit
Machen im Buch: Dit moet af!
- Opdracht 9, blz. 52 (Zet de gegeven woorden bij de -der, -die of -das woorden. Lees nogmaals de aanvullende regels van de lidwoorden)
- Opdracht 10, blz. 53 (Pas de regels toe en vul het juiste lidwoord in.


  • Hoe? Eerste 10 minuten in stilte

  • Klaar?  Opdracht 11 blz. 53

timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Lernziel

  • Aan het einde van de les kan je tenminste één aanvullende regel voor het gebruik van -der, -die en van -das benoemen, doordat je opdrachten en aantekeningen hebt gemaakt.

Slide 17 - Tekstslide

die Hausaufgaben
Maken: 
Opdracht 7, blz. 51 (Zet een kruisje in de juiste kolom. Is het een mannelijk, vrouwelijk of een het-woord en een persoon of dier)
Opdracht 8, blz. 52 
(zoek in een woordenboek of online het juiste lidwoord van de Duitse woorden op met de Nederlandse vertaling erachter)


Slide 18 - Tekstslide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Vielen Dank! Auf Wiedersehen! 

Slide 21 - Tekstslide

TSCHÜSS!!!

Slide 22 - Tekstslide