P11 laatste les voor de toets

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Vrijdag 22 november

Welkom allemaal 

Pak eerst je leesboek > 10 minuten stillezen

Deze les: stel je vragen. 

Ik ga eerst nog even alle onderdelen behandelen. 

Sluit aan bij het onderdeel waar jij nog moeite mee hebt! 

Heb je geen vragen? Ga dan: online trainen en maak oefentoetsen, maak flitskaartjes en oefen de regels!

Zo schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Staat er ik voor of achter de pv? Schrijf de ik-vorm:

– ik laad, laad ik; ik bof, bof ik.

Staat er jij achter de pv of je waarvan je jij kunt maken? Schrijf de ik-vorm:

– laad jij/je; bof jij/je. Maar: Laadt je (jouw) vader de aanhangwagen?

In alle andere gevallen in het ev schrijf je: ik-vorm + t

– jij laadt, hij laadt, zij laadt, laadt de bezorger?; jij boft, hij boft, zij boft, boft je zus?

In het mv schrijf je het hele werkwoord:

– wij laden, jullie laden, zij laden; wij boffen, jullie boffen, zij boffen.

Oefening

Mevrouw Hofman (verraden) haar leeftijd liever niet aan onbekenden.

Je (worden) met je date verwacht op het galafeest

Persoonsvorm vt zwak

't ex-fokschaap

Enkelvoud: ik-vorm + de of te: beweerde, landde, danste, berichtte.

Meervoud: ik-vorm tt + den of ten: beweerden, landden, dansten, berichtten.

Oefening

Bereiden vt ik-vorm en wij

Beseffen vt ik-vorm en wij

Persoonsvorm sterk

Schrijf het woord zo kort en eenvoudig mogelijk:

– rijden → reed, reden; bewegen → bewoog, bewogen

– ontbijten → ontbeet, ontbeten; liggen → lag, lagen

Voltooid deelwoord

't ex-fokschaap

Er staat altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden:

– Logan heeft een taart gebakken voor zijn vriendin.

– Afgelopen seizoen is Nova geselecteerd voor het eerste handbalteam.

– Voor de rommelmarkt werden gebruikte spullen verzameld.

Oefening

Met zijn arrogante houding heeft Benjamin zijn vrienden (verbazen)

Kasim had zich (opdoffen) voor het brugklasfeest.

Onvoltooid deelwoord

Het onvoltooid deelwoord (od) geeft aan dat een handeling aan de gang is (= onvoltooid).

– Juichend kwam de winnaar over de finish.

– Het kleine meisje zat huilend op de stoep.

Het onvoltooid deelwoord spel je als infinitief + d: lachen + d → lachend.

Oefening

De aangehouden jongen gaf (blozen) … antwoord op de vragen van de agent. 

(Huppelen) … kwam de kleuter op de eerste schooldag het klaslokaal binnen.