Week 2




Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie





Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Week 2

timer
1:30
Aan het einde van deze week kan jij:
- de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen, ook als er je/jij achter de persoonsvorm staat.
Klaar?
- lezen
- boekverslag
Vandaag:
- instructie Spelling §7 + opdrachten 1, 2, 3 klassikaal
- zelfstandig werken
Je legt klaar:
- iPad
- Nieuw Nederlands
- werkschrift
- etui
hulp? check het eerst bij een groepsgenoot!
Spelling §7: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Boekverslag
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les




Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie





Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Week 2

timer
1:30
Aan het einde van deze week kan jij:
- de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen, ook als er je/jij achter de persoonsvorm staat.
Klaar?
- lezen
- boekverslag
Vandaag:
- instructie Spelling §7 + opdrachten 1, 2, 3 klassikaal
- zelfstandig werken
Je legt klaar:
- iPad
- Nieuw Nederlands
- werkschrift
- etui
hulp? check het eerst bij een groepsgenoot!
Spelling §7: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Boekverslag

Slide 1 - Tekstslide


Koen: §7, §8                       Robin: §8
Valente: §8                                               







Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
Een werkwoord heeft verschillende vormen. Een daarvan is de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt). Bij de spelling van de persoonsvorm tegenwoordige tijd ga je uit van de ik-vorm.

Zo vind je de ik-vorm
Je vindt de ik-vorm door van het hele werkwoord de laatste twee letters (en) weg te laten. Bijvoorbeeld: fietsen → fiets; gooien → gooi.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als het regent, ... (fietsen, pvtt) ik liever niet naar school.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm tegenwoordige tijd


Soms moet je een letter toevoegen of weglaten: laden → laad; boffen → bof.
Soms een v in een f of een z in een s: beloven → beloof; reizen → reis.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik ... (beloven, pvtt) je dat ik vandaag mijn kamer ga opruimen.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Staat er ik voor of achter de persoonsvorm? Schrijf de ik-vorm: 
- ik laad, laad ik; ik bof, bof ik.

Staat er jij achter de persoonsvorm of je waarvan je jij kunt maken? Schrijf de ik-vorm:
- laad jij/je; bof jij/je. Maar: Laadt je (jouw) vader de aanhangwagen?

In alle andere gevallen in het enkelvoud schrijf je: ik-vorm + t
– jij laadt, hij laadt, zij laadt, laadt de bezorger?; jij boft, hij boft, zij boft, boft je zus?
In het meervoud schrijf je het hele werkwoord:
– wij laden, jullie laden, zij laden; wij boffen, jullie boffen, zij boffen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
ik-vorm = hele werkwoord (infinitief) - en
soms moet je een letter toevoegen, weglaten of veranderen
ik
ik-vorm
speel
word
zit
jij
ik-vorm + t
speelt
wordt
zit
hij/zij/het
ik-vorm + t
speelt
wordt
zit
wij/jullie
hele werkwoord
spelen
worden
zitten
....... jij?
ik-vorm
speel
word
zit

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jij ... (beloven, pvtt) altijd meer dan je kan waar maken.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jij ... (raden, pvtt) nooit wat ik vandaag heb gedaan!

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

... (raden, pvtt) maar eens wat ik vandaag heb gedaan!

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

... (beloven, pvtt) je mij dat jij je aan je afspraak gaat houden?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij ... (wedden, pvtt) dat Ajax gaat winnen.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

We ... (uitladen, pvtt) de auto ....

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je leesboek voor Nederlands
Keuze uit de titels:
- Alaska – Anna Woltz
- Rafael – Jan Eilander
- Soldaat Wojtek – Bibi Dumon Tak
- Wild – Mel Wallis de Vries
- Flashback - Eva Burgers

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie





Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Week 4

timer
1:30
Aan het einde van deze week kan jij:
- van werkwoorden het voltooid deelwoord (vd), onvoltooid deelwoord (od) en bijvoeglijk naamwoord (bn) spellen
Klaar?
- lezen
- boekverslag
Vandaag:
- uitleg voltooid deelwoord (vd) en onvoltooid deelwoord (od)
- opdracht 1 samen
- zelfstandig werken
Je legt klaar:
- iPad
- Nieuw Nederlands
- werkschrift
- etui
hulp? check het eerst bij een groepsgenoot!
Spelling §7: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Spelling §8: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Spelling §9: 1, 2, 3, 4, 5, 6
Spelling §10: 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Spelling §11: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8

Slide 18 - Tekstslide


Koen: §7, §8                       Robin: §8
Valente: §8                                               







... (worden, pvtt) jij snel verliefd?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij ... (koken, pvvt) een lekkere maaltijd dit weekend.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lisa ... (schrijven, pvvt) een lange brief naar haar penvriendin.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord (vd) geeft vaak aan dat een handeling is afgerond (= voltooid). Meestal maakt het voltooid deelwoord deel uit van het werkwoordelijk gezegde. Er staat dan altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden:

– Logan heeft een taart gebakken voor zijn vriendin.
– Afgelopen seizoen is Nova geselecteerd voor het eerste handbalteam.
– Voor de rommelmarkt werden gebruikte spullen verzameld.

Slide 22 - Tekstslide

fluiten - floten
ontbijten - ontbeten
schrikken - schrokken
bewegen - bewogen
Zo schrijf je het voltooid deelwoord:
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt meestal op en.
– Vannacht heeft het eindelijk weer eens gevroren (vriezen).
– Bij de inbraak op school werden laptops gestolen (stelen).
Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op d of t: net als bij de verleden tijd met ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p. 
– onderstrepen → pvvt: onderstreepte → Jet heeft de belangrijkste zinnen onderstreept.
– verdoven → pvvt: verdoofde → De tandarts heeft Malik verdoofd.

Slide 23 - Tekstslide

fluiten - floten
ontbijten - ontbeten
schrikken - schrokken
bewegen - bewogen
Gelukkig ... (hebben, pvtt) Rutger zijn hand niet ... (verbranden, vd)!

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

We ... (zijn, pvtt) dit weekend naar de bioscoop ... (zijn, vd).

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ... (worden, pvtt) gelukkig niet ... (uitlachen, vd).

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onvoltooid deelwoord
Het onvoltooid deelwoord (od) geeft aan dat een handeling aan de gang is (= onvoltooid).

– Juichend kwam de winnaar over de finish.
– Het kleine meisje zat huilend op de stoep.

Slide 27 - Tekstslide

fluiten - floten
ontbijten - ontbeten
schrikken - schrokken
bewegen - bewogen
Zo schrijf je het onvoltooid deelwoord:
Het onvoltooid deelwoord spel je als infinitief + d: lachen + d → lachend.

Slide 28 - Tekstslide

fluiten - floten
ontbijten - ontbeten
schrikken - schrokken
bewegen - bewogen
... (lachen, od) lopen we over straat.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ruben bereikt ... (zwemmen, od) de overkant.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord:
Van voltooide en onvoltooide deelwoorden kun je een bijvoeglijk naamwoord (bn) maken.
Net als bij de andere bijvoeglijke naamwoorden heb je een lange vorm (met e) en een korte vorm (zonder e):
– vergroten - vergroot (vd) de vergrote foto; een vergroot huis
vergrotend (od) de vergrotende lens; een vergrotend effect
– vluchten - gevlucht (vd) de gevluchte overvaller; een gevlucht volk
vluchtend (od) de vluchtende bankrovers; een vluchtend hert

Slide 31 - Tekstslide

fluiten - floten
ontbijten - ontbeten
schrikken - schrokken
bewegen - bewogen
Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord:

Soms moet je tt of dd schrijven om uitspraakfouten te voorkomen:
– zetten gezet (vd) de gezette koffie
– schudden geschud (vd) de geschudde kaarten

Voltooide deelwoorden die op en eindigen, veranderen niet als je ze gebruikt als bijvoeglijk naamwoord: vouwen – gevouwen (vd) – het gevouwen blaadje

Slide 32 - Tekstslide

fluiten - floten
ontbijten - ontbeten
schrikken - schrokken
bewegen - bewogen
De ... (zwemmen, bn) vis.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

voltooid deelwoord (vd)
onvoltooid deelwoord (od)
bijvoeglijk naamwoord (bn)
besteed
blaffende
gelachen
verbreed
lopend
lachend
verbrede
luisterend
gezochte
gevallen
lachende
verkeken
zoekend
gesmolten
balancerend
smeltend

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies