In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
: )
Dinsdag
Planning van dit uur
Lezen 2.3 - uitleg
Lezen 2.3 - opdrachten maken
Planning van het tweede uur
Lezen 2.3 - herhaling
Leestaak maken
Aan het einde van deze les
weet je wat een opsomming is;
weet je welk signaalwoord een opsomming aangeeft.
Welkom 1VMB
Slide 1 - Tekstslide
Opsomming
Slide 2 - Tekstslide
Geef een opsomming van alle vakken die je vandaag hebt. Maak er een hele zin van, die begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
Begin bijvoorbeeld zo: 'Vandaag heb ik de vakken...' en maak de zin dan af.
Slide 3 - Open vraag
Tekstverbanden
tekstgedeelte 1 signaalwoord tekstgedeelte 2
woord, zin of alinea
woord, zin of alinea
Slide 4 - Tekstslide
Opsommend tekstverband
tekstgedeelte 1 signaalwoord tekstgedeelte 2
een plak cake en een saucijzenbroodje
Slide 5 - Tekstslide
Ik heb een plak cake en een saucijzenbroodje bij me.
Waar is dit een opsomming van?
Slide 6 - Open vraag
Ik heb een plak cake en een saucijzenbroodje bij me.
Hoeveel delen heeft deze opsomming?
Slide 7 - Open vraag
Individueel werken
timer
5:00
Wat
Lees de leertekst 'Moeilijkewoordenwijzer' (bladzijde 114) en 'Signaalwoorden: opsomming' (bladzijde 115) Maak opdracht 10 t/m 16 van 2.3 Lezen (in je boek)
Hoe
Eerst vijf minuten individueel, in stilte - daarna fluisterend overleggen
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp - daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs als je vragen hebt
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze opdrachten zijn huiswerk en de leerstof komt terug op de repetitie van hoofdstuk 2
Klaar
Maak de 'Leestaak': opdracht 17 t/m 24 van 2.3 Lezen (in je boek).
Slide 8 - Tekstslide
: )
Tweede uur
Planning van dit uur
Lezen 2.3 - herhaling
Leestaak maken
Aan het einde van deze les
heb je de leerstof van 'Lezen 2.3' herhaald (feiten en meningen, signaalwoord van opsomming);
weet je wat je moet doen als je een moeilijk woord tegenkomt in de tekst.
Welkom 1VMB
De top tien moeilijkst uitspreekbare Nederlandse woorden:
1. meteorologisch
2. defibrilleren
3. bavarois
4. uil
5. aluminium
6. munitie
7. cholesterol
8. identiteit
9. nieuws
10. industrieel
Slide 9 - Tekstslide
Feiten en meningen
Feiten
Meningen
- echt
- werkelijk gebeurd
- kan je controleren
- wat iemand ergens van vindt of denkt
- verschilt per persoon
Slide 10 - Tekstslide
Opsommend tekstverband
- Signaalwoorden van opsomming plakken twee tekstgedeeltes aan elkaar: als eerste, bovendien, verder, daarnaast, ook, tot slot
- Tekstgedeelte: woord, zin of alinea
- Een opsomming kan twee of meer delen hebben
Slide 11 - Tekstslide
Opsommend tekstverband
tekstgedeelte 1 signaalwoord tekstgedeelte 2
een plak cake en een saucijzenbroodje
Slide 12 - Tekstslide
Wat doe je met moeilijke woorden?
Slide 13 - Tekstslide
Leesstrategieën
1. Verkennend lezen
2. Nauwkeurig lezen
3. Zoekend lezen (bijvoorbeeld in een woordenboek)
Slide 14 - Tekstslide
Individueel werken
timer
5:00
Wat
Som > Vakken > Nederlands > Talent > Hoofdstuk 2 > Paragraaf 3 > opdracht 17 t/m 24
Maak de leestaak - opdracht 17 t/m 24 van Lezen 2.3 (online)
Hoe
Individueel, in stilte
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp - daarna mag je bij m'n bureau komen als je een vraag hebt
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze opdrachten zijn huiswerk en de leerstof komt terug op de repetitie van hoofdstuk 2
Klaar
Laat je werk aan mij zien.
Doe 'Test jezelf' van Lezen 2.3
Slide 15 - Tekstslide
Samenvatting van de les
Jij
hebt de leerstof van 'Lezen 2.3' herhaald (feiten en meningen, signaalwoord van opsomming);
weet wat je moet doen als je een moeilijk woord tegenkomt in de tekst.
weet je wat een opsomming is;
weet je welk signaalwoord een opsomming aangeeft.
Huiswerk
Lees de leertekst 'Moeilijkewoordenwijzer' (bladzijde 114) en 'Signaalwoorden: opsomming' (bladzijde 115)
Maak opdracht 10 t/m 16 van 2.3 Lezen (in je boek)