Wat weet ik nog van eerste lesweek?

wat weet ik nog?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

wat weet ik nog?

Slide 1 - Tekstslide

Om het bestuderen van de maatschappij gemakkelijker te maken, gaan we uit van een soort van ‘vaste’ aanpak van een maatschappelijk probleem.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Bij maatschappijwetenschappen is het niet belangrijk welke politieke kleur je hebt in een kwestie, maar gaat het wel om de argumentatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Onder het hoofdconcept ‘verandering’ valt het kernconcept identiteit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Bij het hoofdconcept vorming is er sprake van een proces van verwerving van een bepaalde identiteit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Bij een wetenschappelijk onderzoek is de eerste stap die je onderneemt het opstellen van de hypothese.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

De betrouwbaarheid van metingen heeft betrekking op de consequentheid en nauwkeurigheid van metingen.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Bij het principe van hoor en wederhoor moet de kwestie van verschillende kanten door diverse personen belicht worden.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Hoofdstuk 1 verandering

Slide 9 - Tekstslide

Rationalisering heeft zeker niet tot doel om de maatschappij meer voorspelbaar en beheersbaar te maken.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

In een antropocentrisch wereldbeeld staat God centraal.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

In de Verlichting was er beslist geen sprake van rationalisering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

In de premoderne tijd stond de godsdienst centraal.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Ingesleten gewoontes stonden centraal in de moderne tijd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

De afgelopen decennia namen de mensen afstand van het fenomeen huwelijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

De betekenis van sociale instituties verandert in een tijd van individualisering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Positief aan individualisering is het feit dat er een vermindering is van maatschappelijke integratie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Negatief aan individualisering is de vrijheid om een eigen weg te gaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Zelfontplooiing stond meer centraal sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Bij sociale cohesie hebben mensen het gevoel lid te zijn van een gemeenschap.
A
Juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Ondanks een grotere keuzevrijheid letten mensen toch wel op de keuzes van andere mensen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Institutionalisering leidt er niet toe dat er een soort van standaardpatronen ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Bij institutionalisering is er sprake van het ontstaan van onbewuste handelingspatronen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

We verwachten van de bekleder van een positie dat hij zich zal gedragen overeenkomstig bepaalde waarden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Een cao is vaak een soort van belichaming van het poldermodel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Institutionalisering bepaalt zeker niet het beeld van de werkelijkheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Woordweb