Quiz introductie 4_kort

Quiz 


Wat weten jullie nog over de middeleeuwen? 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Quiz 


Wat weten jullie nog over de middeleeuwen? 

Slide 1 - Tekstslide

1.De vroege middeleeuwen duurden van
A
500 tot 1000
B
van 750 tot 1000
C
van 500 tot 750
D
van 1000 tot 1250

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

2.Klimaatveranderingen, burgeroorlogen, de Keizerscultus en de inval van de Germanen leidde tot...
A
de Val van het West Romeinse Rijk in 476
B
de Val van het Oost Romeinse Rijk in 476
C
de val van het Oost Romeinse Rijk in 764
D
de val van het West Romeinse Rijk in 647

Slide 4 - Quizvraag

  3.De christenen wilden de Germaanse
leiders absoluut bekeren.
Wie was de eerste Germaanse
leider die gedoopt werd? 
A
Karel de Grote
B
Karel Martel
C
Clovis
D
Pepijn de Korte

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

4.Hier zie je het...
A
hofstelsel
B
leenstelsel

Slide 7 - Quizvraag

5.De standensamenleving bestond
uit drie standen.
Van hoog naar laag was dit...
A
adel - clerus - derde stand
B
clerus - adel - derde stand
C
derde stand - adel - clerus
D
derde stand - clerus - adel

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

6.Onderzoek naar dit Vikinggraf doorbrak een stereotiep idee over Vikingen. Dat stereotype was dat...
A
...Vikingkrijgers op zee begraven werden
B
...alle Vikingkrijgers mannen waren
C
...Vikingkrijgers een helm met 2 hoorns droegen
D
...Vikingen onsterfelijk waren

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

7.Wat is fout?
Steden zijn ontstaan als...
A
...distributiecentra voor voedsel
B
...onbedoeld gevolg van landbouwoverschotten
C
...bedoeld gevolg van landbouwoverschotten
D
...plaats waar gespecialiseerde ambachtslui naartoe trokken

Slide 12 - Quizvraag

8.Een typisch kenmerk van
de economie in de hoge
middeleeuwen was dat...
A
ruilhandel en geldhandel naast elkaar bestonden, maar geldhandel werd belangrijker
B
ruilhandel en geldhandel naast elkaar bestonden, maar ruilhandel werd belangrijker

Slide 13 - Quizvraag

9.Steden zouden meer en meer rechten afkopen bij hun leenheer. Dat betekent dat middeleeuwse steden...

A
steeds afhankelijker werden van hun heer
B
steeds zelfstandiger werden

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

10. In de hoge middeleeuwen kwam er een religieuze breuk binnen het christendom:
het Oosters Schisma (of Groot Schisma).
Dit is de breuk tussen...
A
de Rooms katholieke Kerk en de Oosters-Orthodoxe kerk
B
de Oosters-Orthodoxe Kerk en de Islam
C
De Rooms Katholieke kerk en de Islam
D
De Rooms katholieke Kerk en de Protestantse Kerk

Slide 16 - Quizvraag

11.De investituurstrijd
was een strijd
tussen...
A
de paus en de Byzantijnse patriarch
B
de paus en de Keizer van het Heilig Roomse Rijk

Slide 17 - Quizvraag

12.Centralisatiepolitiek
betekent: 
A
dat de macht van centrale machthebbers naar lokale machthebbers gaat
B
dat de macht van lokale machthebbers naar een centrale machthebber gaat

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

13.Door het huwelijk tussen Filips de Stoute (hertog van Bourgondië) en Margareta van Male in 1369,
werden twee gebieden met elkaar verbonden:
A
Bourgondië en Vlaanderen
B
Vlaanderen en Engeland
C
Bourgondië en Engeland
D
Bourgondië en het Heilig Roomse Rijk

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

14.Hoe langer het leenstelsel bleef bestaan,
hoe meer misbruik ervan gemaakt werd. Uiteindelijk zal tijdens de middeleeuwen...
A
de adel steeds meer macht krijgen, ten nadele van de koning
B
de koning steeds meer macht krijgen, ten nadele van de adel

Slide 22 - Quizvraag

De laatste vraag...
historisch denken

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

15.Historisch denken...
Wat gebruikt deze cartoonist om zijn publiek te doen lachen?
A
anachronisme
B
dualisme
C
terrorisme
D
eurocentrisme

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide