1-11: Metonymie

Welkom
Pak alvast je boek, schrift en pen erbij
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak alvast je boek, schrift en pen erbij

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Mededelingen
Opfrissen beeldspraak H1
Uitleg metonymie H2
Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Mededelingen
Boekopdrachten
So: 15 november

Slide 3 - Tekstslide

Even opfrissen
Wisbordjes
3 vragen

Slide 4 - Tekstslide

Welk dier?
  1. Zo doof als een ...
  2. Zo koppig als een ...
  3. Zo fris als een ... 

Slide 5 - Tekstslide

MF, P of V?
De tuin snakt naar een regenbui.

Slide 6 - Tekstslide

MF, P, of V?
Hij valt door de mand.

Slide 7 - Tekstslide

Maak opdracht 7
  • H1, blz. 27
  • Weet je het niet, dan laat je het open 
  • 5-10 minuten, dan kijken we het na
  • Is ook onderdeel van de leerstof

Slide 8 - Tekstslide

Metonymie
  • Maak in tweetallen de startopdracht (blz. 56)
  • Na 10 minuten bespreken we het na
  • Daarna geef ik uitleg

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden startopdracht
  1. Iemand met veel krullen
  2. Kaas die oorspronkelijk uit Gouda komt
  3. Toeschouwers op de zijtribune
  4. Rugzak van het merk Eastpack
  5. Cd/ album van Adele 
  6. Ongewenste aanrakingen
  7. Koperen blaasinstrumenten
  8. Drank

Slide 10 - Tekstslide

Metonymie
  • Beeldspraak: beeld en object vaak overeenkomst
  • Bij metonymie: geen overeenkomst, maar ander verband
  • Er wordt dus niet vergeleken, maar het staat wel voor iets

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
'Even de neuzen tellen'
> Je noemt een deel (namelijk alleen de neus), maar je bedoelt het geheel (namelijk de personen)

Slide 12 - Tekstslide

Nog wat voorbeelden
  • Nederland verloor met 3-0 (geheel i.p.v. deel)
  • Ik heb een Samsung gekocht (producent i.p.v. product)
  • Die lange (eigenschap i.p.v. persoon)
  • Ik lust nog wel een bordje (voorwerp i.p.v. inhoud)

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
  • Lees nog eens het groene blok op blz. 56
  • Maak daarna opdracht 1 en 5 (blz. 56-59) 
  • Opdracht 1: metoniemen + betekenis noteren
  • Opdracht 5: welke van de vier vormen van beeldspraak? Woorden noteren/ onderstrepen + betekenis 
  • Klaar? Kom een nakijkblad halen 
  • Klaar met nakijken? Iets voor jezelf

Slide 14 - Tekstslide

Morgen
Verder met beeldspraak
Klassenboek lenen 
Quiz

Slide 15 - Tekstslide