Rekenen D2 Paragraaf 2.9 en GO

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 2 les 5
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 2 les 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Hoofdstuk 2 Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
Paragraaf 2.9 en Gemengde opgaven


Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
Toets 4
Domein 5
Examen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
P2.1 + 2.2
P2.3 + 2.4
P2.5 + 2.6
P2.7 + 2.8
P2.9 + GO
TOETS
P3.1 + 3.2
P3.3 + 3.4
P3.5 + GO
TOETS
Wat gaan we doen?
Starten en introductie
Opstarten van de les en korte introductie
Kennis activeren
Uitleg par. 2.7 Aanzichten
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 2.7
Kennis activeren
Uitleg par. 2.9 Rekenen met schaal
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 2.9 en GO
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen

Slide 3 - Tekstslide

https://lessonUp.app/invite/group/fiosk


Volgende week is het toetsweek!
We ronden domein 2 af met een verplichte toets. De toets duurt ongeveer 45 minuten. Voor die toets krijg je een cijfer. Dat cijfer geeft je een beeld van hoe goed je de lesstof van dit domein beheerst. De bevraging in de toets lijkt verder op die van het examen rekenen nieuwe stijl. Je slaat dus eigenlijk twee vliegen in één klap.





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wanneer kan je de toets maken?
De toets wordt 24 uur voor de normale lestijd geopend. Ook tijdens de les is de toets nog geopend. Je kan dus zelf beslissen wanneer je die wil maken!

Als je alle opdrachten van de toets hebt gemaakt en die hebt ingeleverd, word je op aanwezig en actief gezet. Je vakdocent zal je resultaten vervolgens beoordelen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Korte introductie les 5

Paragraaf 2.9 Rekenen met schaal


Leerdoelen

  • Ik kan rekenen met schaal.
  • Ik kan voorwerpen in verhouding vergroten en verkleinen.





Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe reken je in de praktijk?
De 21-jarige Arwin bezoekt sinds een week het buurthuis
waar Nordin en Dana werken. Op zijn zestiende heeft
Arwin een ernstig scooterongeluk gehad en sindsdien
moet hij zich verplaatsen met een aangepaste fiets.
De fiets moet overdekt worden geparkeerd.


a. Bereken of de fiets past in een overdekte stalling die 2,25 meter lang is.
b. Leg in je eigen woorden uit waarom de stalling tenminste 7,5 dm breed moet zijn.



timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a. Bereken of de fiets past in een overdekte stalling die 2,25 meter lang is.
b. Leg in je eigen woorden uit waarom de stalling tenminste 7,5 dm breed moet zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





a. Bereken of de fiets in de lengte in de stalling past.
A
De fiets past in de lengte van de stalling.
B
De fiets past niet in de lengte van de stalling.

Slide 9 - Quizvraag

145 x 15 = 2175 mm : 1000 = 2,175 m

De stalling heeft een lengte van 2.25 m, dus de fiets past in de stalling.







c. Leg in je eigen woorden uit waarom de stalling tenminste
7,5 dm breed moet zijn.

Slide 10 - Open vraag

De stalling moet tenminste 7,5 dm breed zijn, omdat het stuur 750 mm breed is. 

50 mm x 15 = 750 mm : 100 = 7,5 dm.

Paragraaf 2.9 Rekenen met schaal 

Leerdoelen


  • Ik kan rekenen met schaal.
  • Ik kan voorwerpen in verhouding vergroten en verkleinen.



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
Als deze foto 7 cm is en de schaal is 1:15, dan is de werkelijke afmeting 105 cm. 


Slide 12 - Tekstslide

De stelling is waar.

1 cm is in werkelijkheid 15 centimeter,
dus 7 x 15 cm = 105 cm.
Waar of niet waar?
Als de afmeting van het schilderij 105 x 105 cm is, dan is de oppervlakte 11025 cm. 


Slide 13 - Tekstslide

De stelling is niet waar.

105 x 105 cm = 11025 cm2.
Waar of niet waar?
De foto past 15 keer in het schilderij. 


Slide 14 - Tekstslide

De stelling is niet waar.

De oppervlakte van het schilderij
105 cm x 105 cm = 11025 cm2

De oppervlakte van de foto
7 cm x 7 cm = 49 cm2

11025 : 49 = 225 

Aan het werk
  • Blijf ingelogd in Google.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de opdrachten van par. 2.9.
 

timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00
Pauze

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Paragraaf 2.9 Oefenen voor het examen
Bij het maken van je examen kijken examinatoren niet alleen naar of je het juiste antwoord op de vraag kan geven. Zij willen ook weten hoe je tot dat antwoord bent gekomen. Dat kan je laten zien door uitleg te geven of een berekening te maken. Dat oefenen we bij het maken van de wekelijkse examenopdracht en bij de toetsen aan het eind van ieder domein. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Examenopdracht
timer
10:00
Nora maakt een rekentoets. Bij opdracht 3 staat een afbeelding van deze windturbine. De schaal is 1 : 15,6. Als Nora de kerktoren opmeet, is die 1,4 cm. 

a. Bereken hoeveel centimeter de windturbine is,
    als Nora die zou opmeten.

b. Volgens Nora is de kerktoren in werkelijkheid bijna
    22 meter hoog. Bewijs met een berekening of die
    stelling klopt. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht a

Bereken de schaalwaarden
1 : 15, 6, dus 1 cm is 15,6 m 

Bereken de gemeten hoogte 
156 : 15,6 = 10 centimeter

Opdracht b

Bereken de werkelijke hoogte
1 cm = 15,6 m
1,4 cm x 15,6 = 21,84 m, dus de stelling van Nora klopt.


Wat weet je al?
Je weet de schaalgrootte.
Die is 1 : 15,6.

Je weet de hoogte van de windturbine.
Die is 156 meter.

Je weet hoe hoog de kerktoren op de afbeelding is.
Die is 1,4 cm.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Heb je je leerdoelen gehaald?
Leerdoelen paragraaf 2.9

  • Ik kan rekenen met schaal.
  • Ik kan voorwerpen in verhouding vergroten en verkleinen.

Meer oefenen met domein 2?
Maak de Gemengde opgaven van domein 2.
Volgende week
Toets domein 2

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies