3h 2021-11-24 Argumenten - debatteren

3H Argumenten & debat
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

3H Argumenten & debat

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Ik weet hoe ik meningen en argumenten kan onderscheiden. 

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  1. Herhaling & nieuw begrip
  2. Aan de slag
  3. Quiz

Slide 3 - Tekstslide

1. Herhaling 
  • Herhaling
  • Debat
  • Tips debatteren -->

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

2. Aan de slag

Slide 6 - Tekstslide

Doel behaald?
Ik weet hoe ik meningen en argumenten kan onderscheiden. 

Slide 7 - Tekstslide

3. Quiz

Slide 8 - Tekstslide

In een betoog geeft de schrijver
A
advies
B
informatie
C
zijn/haar mening
D
voor- en nadelen

Slide 9 - Quizvraag

Het doel van een betoog is de lezer
A
amuseren
B
informeren
C
adviseren
D
overtuigen

Slide 10 - Quizvraag

'Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.'
Wat is het standpunt?

Slide 11 - Open vraag

'De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.'
Wat is het argument?

Slide 12 - Open vraag

Hij weet niet of homeopathie kwakzalverij is.
A
Positief standpunt
B
Negatief standpunt
C
Standpunt van twijfel

Slide 13 - Quizvraag

Standpunt: 
Maastricht is een prima stad om een 
excursie voor CKV te organiseren. 
Niet-feitelijk argument

Feitelijk argument
In Maastricht kan je verschillende musea en galeries bezoeken.
Maastricht heeft een gezellige binnenstad.

Slide 14 - Sleepvraag

Standpunt: 
Utrecht is een prettige stad om in te wonen
Feitelijk argument
Niet-feitelijk argument
Er wonen in Utrecht veel jonge gezellige mensen.
Utrecht was in 2013 de stad met de grootste stijging van het aantal inwoners.

Slide 15 - Sleepvraag

Het signaalwoord voor een argument is ...
Dus
Want

Slide 16 - Poll

Ik weet hoe ik meningen en argumenten kan onderscheiden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Kern p.73 opdracht 5. 
Klaar?
Kern p.74 lezen en opdracht 1 maken.

Slide 18 - Tekstslide