- een deel, je bedoelt het geheel (de neuzen tellen -->
pars pro toto)
- het geheel i.p.v. een deel (Nederland won met 3-1)
- de plaats / ruimte, je bedoelt de mensen (het hele hotel was ziek).
- de producent, maar je bedoelt het product (een Samsung)
- de eigenschap, je bedoelt de persoon (hinkepoot)