Herhaling alle hoofdstukken
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het doel van signaalwoorden en tekstverbanden?
A
De tekst leuker maken.
B
De tekst moeilijker maken.
C
Samenhang aanbrengen in alinea's.
D
De tekst makkelijker maken.
Slide 6 - Quizvraag
Welke tekstverbanden kun jij opnoemen?
Slide 7 - Woordweb
Welk verband is dit:
Morgen ga ik eerst naar school, daarna langs mijn oma en vervolgens maak ik mijn huiswerk.
Morgen ga ik eerst naar school, daarna langs mijn oma en vervolgens maak ik mijn huiswerk.
A
chronologisch
B
tegenstellend
C
opsommend
D
toelichtend
Slide 8 - Quizvraag
Welk verband is dit:
Als ik dit jaar over wil gaan, moet ik hard mijn best doen.
Als ik dit jaar over wil gaan, moet ik hard mijn best doen.
A
voorwaarde
B
doel-middel
C
opsommend
D
toelichtend
Slide 9 - Quizvraag
Welk verband is dit:
De uitslag van de verkiezingen duurde dit jaar langer, omdat niet alle stemmen goed waren doorgekomen.
De uitslag van de verkiezingen duurde dit jaar langer, omdat niet alle stemmen goed waren doorgekomen.
A
voorwaarde
B
toelichtend
C
reden
D
oorzaak
Slide 10 - Quizvraag
Bij een opsommend tekstverband worden dingen achter elkaar genoemd.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Bij een toelichtend tekstverband worden er dingen in een bepaalde tijdsvolgorde uitgelegd.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Tegenstelling
Toelichting
Opsomming
Chronologie
Tijd
daarna
vervolgens
ook
denk aan
verder
echter
maar
bovendien
bijvoorbeeld
straks
zoals
toch
Slide 13 - Sleepvraag
Noem de vier tekstDOELEN die je hebt geleerd.
Slide 14 - Open vraag
Wat is het tekstdoel van je schoolboeken?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 15 - Quizvraag
Wat kan het doel van een instagrampost zijn?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen
Slide 16 - Quizvraag
Wat wil de schrijver vooral bereiken met een column of recensie?
A
dat je je vermaakt
B
dat je iets te weten komt
C
dat je zijn mening overneemt
D
dat je iets wel of niet gaat doen
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het doel van deze tekstsoorten: strip, tijdschrift, leesboek, mop
A
amuseren
B
activeren
C
informeren
D
overtuigen
Slide 18 - Quizvraag
Amuseren
Informeren
Overtuigen
Activeren
Slide 19 - Sleepvraag
Noem drie dingen die je kunt tegenkomen in het slot van een tekst.
Slide 20 - Open vraag
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
Hetzelfde als het onderwerp.
B
Een vraag over de tekst.
C
Een zin die het belangrijkste vertelt over het onderwerp van de tekst.
D
Een hele lange samenvatting over de tekst.
Slide 21 - Quizvraag
Hoeveel weet jij al van de theorie?
😒🙁😐🙂😃
