Zouten in water

5.2 Zouten in water
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.2 Zouten in water

Slide 1 - Tekstslide

Wet je nog?
  • hoe het ook al weer zat met namen en formules van zouten?
  • hoe zouten zich gedragen in water ?



Slide 2 - Tekstslide

Zouten in water
Als een zoutoplossing wordt verwarmd dan verdampt het water

3 Na+(aq) + PO43-(aq) ---> Na3PO4(s)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Zouthydraten
Zouthydraten zijn zouten waarbij water in het ionrooster is ingebouwd.
bijvoorbeeld gips: Calciumsulfaatdihydraat
formule: CaSO4 . 2H2O


Slide 6 - Tekstslide

Tabel 45A

Slide 7 - Tekstslide

Lossen dan alle zouten op in water?
Nee, als de ionbinding te sterk is, komen de ionen niet los uit het ionrooster. In de BINAS vind je een tabel met de oplosbaarheid van zouten in water: de oplosbaarheidstabel. 



Slide 8 - Tekstslide

Zouten in water

Slide 9 - Tekstslide

Zouten in water
Als een je een zout in water oplost dan krijg je de losse ionen

Al(NO3)3(s)  -----> Al3+(aq) + 3 NO3-(aq)

Slide 10 - Tekstslide

oplos- en indampvergelijking
oplossen van een zout geef je als volgt weer:
CaCl2 (s) --> Ca2+(aq) + 2 Cl-(aq)

indampen is het tegenovergestelde:
Ca2+(aq) + 2 Cl-(aq) --> CaCl2 (s)

Slide 11 - Tekstslide

Noteer de indampvergelijking van
en
Mg2+(aq)
OH(aq)

Slide 12 - Open vraag

Noteer de oplosvergelijking van MgCl2 in water.

Slide 13 - Open vraag

Oplosvergelijking
Algemeen:
verhoudingsformule (s) ---> ion⁺ (aq) + ion⁻ (aq)

bijvoorbeeld
Na3PO4 (s) ---> 3 Na+ (aq) + PO43- (aq)

Slide 14 - Tekstslide

Geef de oplosvergelijking van aluminiumsulfaat

Slide 15 - Open vraag

Voorbeelden

Slide 16 - Tekstslide

Geef de oplosvergelijking voor bariumhydroxide

Slide 17 - Open vraag

De ‘opgeloste’ ionen worden gehydrateerde ionen genoemd. De watermantel wordt weergegeven door achter de formule van het ion (aq) te zetten.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Een watermolecuul gaat met het O-atoom (δ-) richting het positieve ion
Een watermolecuul gaat met de H-atomen (δ+) richting het negatieve ion

Slide 20 - Tekstslide

Noteer de indampvergelijking van een magnesiumhydroxide-oplossing. Deze bestaat uit de volgende ionen:
Mg2+(aq)en
2OH(aq)

Slide 21 - Open vraag

Wat gebeurt er als een zout oplost in water?

De ionen van het zout laten elkaar los. 
Ze dringen tussen de watermoleculen. 

Elk ion wordt daarbij omgeven door een mantel van watermoleculen. Dit proces heet hydratatie.

Slide 22 - Tekstslide

Noteer de oplosvergelijking van NaCl in water.

Slide 23 - Open vraag

Zouten geleiden stroom wanneer ze zijn opgelost in water.
A
Macro-niveau
B
Micro-niveau

Slide 24 - Quizvraag

Leerdoelen deze les
Je kunt nu:
  • Beschrijven wat er met de ionen gebeurt als een zout in water oplost.
  • De oplos- en indampvergelijking van een willekeurig zout opstellen.
  • m.b.v. Binas bepalen of een zout goed of slecht oplosbaar is, of reageert met water.
  • De reactievergelijking geven van de reactie tussen een metaaloxide en water en de triviale naam van de oplossing noemen die daarbij ontstaat. 

Slide 25 - Tekstslide

Micro niveau: Verklaren waarom zouten opgelost in water stroom kunnen geleiden.

Slide 26 - Open vraag