Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Leerwoorden en meervoud (opdr 20 tm 22)
meervoud en au/ou of i/ie
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 2
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
meervoud en au/ou of i/ie
Slide 1 - Tekstslide
Doel van deze les
Na deze les:
- ken je de regels van spelling van meervoudsvormen.
- je leert woorden met ie-i schrijven
-je leert woorden met au/ou
Slide 2 - Tekstslide
Meervouden
Slide 3 - Tekstslide
Meervouden
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud.
Dit meervoud kan op verschillende manieren worden gevormd:
- meervoud op
-en (boom / bomen)
- meervoud op
's (oma / oma's)
- meervoud op
-eren (kind / kinderen)
meervoud op
-s (vakantie / vakanties)
Slide 4 - Tekstslide
Regel 1 's
Woorden die eindigen op a, i, o, u of y krijgen in het meervoud 's. Anders zou je het woord verkeerd spellen.
voorbeelden
oma - oma's
ski - ski's
foto - foto's
accu - accu's
Slide 5 - Tekstslide
Regel 2 -s/-f
Bij woorden die eindigen op -s of -f, moet je in het meervoud soms de laatste letter veranderen in een -z of een -v
bijvoorbeeld:
huis - huizen
muis - muizen
erf - erven
nerf - nerven
Slide 6 - Tekstslide
Regel 3 -en
Bij sommige woorden moet je een klinker weghalen of er een medeklinker bij zetten.
voorbeeld:
boom - bomen
blok - blokken
Slide 7 - Tekstslide
Regel 4
In sommige woorden verandert de klinker in het meervoud
bijvoorbeeld:
st
a
d- st
e
den
sch
i
p - sch
e
pen
Slide 8 - Tekstslide
Regel 5
Sommige woorden hebben alleen een enkelvoud of alleen een meervoud.
bijvoorbeeld
rommel
vee
hersenen
inkomsten
Slide 9 - Tekstslide
huis
A
huisen
B
huizen
Slide 10 - Quizvraag
ski
A
skies
B
ski's
C
skis
Slide 11 - Quizvraag
boom
A
bomen
B
boomen
C
booms
D
boom's
Slide 12 - Quizvraag
stad
A
stadden
B
steden
Slide 13 - Quizvraag
oma
A
oma's
B
omaas
C
omas
Slide 14 - Quizvraag
pizza
A
pizzas
B
pizza's
C
pizzaas
Slide 15 - Quizvraag
giraf
A
giraffen
B
girafs
C
giraf's
D
giraven
Slide 16 - Quizvraag
i / ie
Slide 17 - Tekstslide
au / ou
Slide 18 - Tekstslide
Huiswerk
Maak opdracht 20, 22 en 22 in je online methode
Als je niet in de online methode kunt maak je deze opdrachten in je boek blz43 tm 47
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les Ron S1B Leerwoorden en meervoud (opdr 20 tm 22)
September 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 2
Aangepaste Les Ron S1B dinsdag 1 oktober Leerwoorden en meervoud (opdr 20 tm 22)
September 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 2
BK1 2.2 en 2.3
Oktober 2022
- Les met
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Meervoud
Oktober 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Ma 28 februari Meervoud van zelfstandige naamwoorden
Februari 2022
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
HV1: Quiz spelling H1 t/m H5
19 dagen geleden
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
HV1: Quiz spelling H1 t/m H4
Maart 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
HV1: Quiz spelling H1 t/m H4
8 dagen geleden
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1