Stijlfiguren - Les 2

Stijlfiguren 
Tegenstellingen en ontkennningen 
anthitese (tegenstelling)
paradox
retorische vraag
chiasme (kruisstelling)

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren 
Tegenstellingen en ontkennningen 
anthitese (tegenstelling)
paradox
retorische vraag
chiasme (kruisstelling)

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn stijlfiguren?
Het doelbewuste gebruik van één of meer woorden die afwijken van de gebruikelijke betekenis.

Waarom?
De aandacht te trekken, een punt te maken of iets te verduidelijken.


Slide 2 - Tekstslide

Antithese (tegenstelling)
Woorden of zinnen die een tegengestelde mededeling bevatten, staan bij elkaar.

Voorbeeld:
Onze wraak is zoet
Zij steunen elkaar door dik en dun

Slide 3 - Tekstslide

Paradox
Schijnbare tegenstelling: 

Voorbeeld: 
We moeten vechten voor de vrede.
Ik rook niet, ik drink niet en ik vloek niet: sh*t, wie heeft mijn peuk in mijn bier gegooid?


Slide 4 - Tekstslide

Retorische vraag: 
De bedoeling van de retorische vraag is niet een antwoord te krijgen, m.a.w. het is
in feite geen vraag, maar een nadrukkelijke mededeling in de vorm van een vraag.

Voorbeeld:
Ongeduldige reiziger: "Hebben ze hier weleens van op tijd gehoord?"
Dat begrijpt toch iedereen?

Slide 5 - Tekstslide

Chiasme - kruisstelling 
De inhoud van twee regels zijn overeenkomstig door middel van een kruis. 

Voorbeeld: 
Dames en heren 
Jongens en meisjes




Slide 6 - Tekstslide

Wat is een antithese?
A
Een tegenstelling
B
Een versterkende betekenis
C
Een verzwakkende betekenis
D
Een schijnbare tegenstelling

Slide 7 - Quizvraag

In welke zin is er sprake van een antithese?
A
Ik heb voor goed geld slechte spullen gekocht.
B
Scheen er maar een beetje licht!
C
Doen is weten!
D
Dit is een lange, maar dunne plank.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een paradox?
A
Een tegenstelling
B
Een sterke betekenis
C
Een verzwakkende betekenis
D
Een schijnbare tegenstelling

Slide 9 - Quizvraag

In welke zin is er sprake van een paradox?
A
's Lands grootste kruidenier gaat op de kleintjes letten.
B
Weinig alcohol kan te veel zijn.
C
Samen zijn is gezellig.
D
Uit dit kleine nestje kwamen genoeg vogels.

Slide 10 - Quizvraag

Aan de slag 
Zelf doornemen blz. 43 - Spot 
Nakijken oefenblad
Maken: Opdracht 2, 3, 6, 7  blz. 44-45



Slide 11 - Tekstslide