Samenvatting

H3: Waarnemen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H3: Waarnemen

Slide 1 - Tekstslide

Volgende week Toets


  • Hoofdstuk 3: Waarnemen

Slide 2 - Tekstslide

Wat nemen we waar?
  • We nemen prikkels waar.

  • Externe prikkels: veranderingen in je omgeving (buiten je lichaam)

  • Interne prikkels: Veranderingen in je lichaam

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een impuls?
  • Je hersenen moeten de informatie van buiten (of binnen) het lichaam wel begrijpen.  Daarom zetten je zintuigen de informatie om in een elektrisch signaal: 

  • Een impuls

Slide 4 - Tekstslide

De huid
In je huid liggen verschillende zintuigen.

  • Warmtezintuig: hogere temperaturen. 
  • Koudezintuig: lagere temperaturen. 
  • Tastzintuig: hoe voelt iets aan, hard of zacht.
  • Pijnzintuig: pijn.

Slide 5 - Tekstslide

De ogen

Slide 6 - Tekstslide

De uitwendige bouw van het oog

Slide 7 - Tekstslide

Uitwendige bouw oog
  • Wenkbrauwen: zorgen ervoor dat zweet niet in je ogen komt.
  • Wimpers: beschermen je ogen tegen vuil en te fel licht.
  • Traanklieren: produceren traanvocht om uitdroging tegen te gaan en vuil weg te spoelen.
  • Oogleden: verspreiden van het traanvocht en de ogen beschermen.
  • Traanbuizen: overtollig traanvocht afvoeren naar de neusholte.

Slide 8 - Tekstslide

De inwendige bouw van het oog
  • Het oog zit vast in de oogkas door oogspieren

  • De oogspieren zit vast aan het harde oogvlies

  • Verschillende oogspieren bewegen
    het oog in de gewenste richting

Slide 9 - Tekstslide

Bouw van het oog
  • Oogspieren: draaien v.h. oog in de gewenste richting
  • Harde oogvlies (wit): stevig, geeft bescherming
  • Hoornvlies (doorzichtig); voortzetting harde oogvlies aan de voorkant
  • Vaatvlies: bevat bloedvaatjes, zorgt voor voeding
  • Iris (gekleurd); voortzetting van het vaatvlies aan de voorkant
  • Pupil: opening in de iris

Slide 10 - Tekstslide

Bouw van het oog
  • Lens: zorgt ervoor dat je scherp ziet
  • Netvlies: bevat zintuigcellen, hierin ontstaan onder invloed van lichtstralen impulsen
  • Gele vlek: plaats in centrum v.h. netvlies en hiermee kan je het scherpst zien
  • Oogzenuw: geleidt impulsen naar hersenen
  • Blinde vlek: plaats v.h. netvlies waar oogzenuw het oog verlaat en bevat geen zintuigcellen
  • Glasachtig lichaam (geleiachtig); houdt het netvlies op zijn plaats

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Goed zien: accomoderen

Slide 13 - Tekstslide

Het oor

Slide 14 - Tekstslide

Geluid
  • In de oren bevindt zich het gehoorzintuig en het evenwichtsorgaan.
  • Geluiden zijn trillingen van lucht → Geluidsgolven

  • Geluidssterkte (volume)
  • Hard geluid
  •  → Grote amplitude

  • Zacht geluid
  •  → Lage amplitude
  • Geluidssterkte wordt uitgedrukt in decibel (dB)


Slide 15 - Tekstslide

Onderdelen
  • Oorschelp => geluidstrillingen opvangen
  • Gehoorgang => geluidstrillingen doorgeven
  • Trommelvlies => vangt geluidstrillingen op en geeft het door aan de gehoorbeentjes

Slide 16 - Tekstslide

Onderdelen
  • Gehoorbeentjes =>
  • Hamer 
  • Aambeeld
  • Stijgbeugel

  • => geven de trilling door en maken de trilling sterker.

Slide 17 - Tekstslide

Gehoorbeentjes

Slide 18 - Tekstslide

Onderdelen
Buis van Eustachius =>
verbindt de trommelholte met de keelholte.
  • Kan open gaan bij slikken of gapen, waardoor luchtdruk aan beide kanten van het trommelvlies gelijk blijft.

Slide 19 - Tekstslide

Onderdelen
  • Slakkenhuis => de trilling wordt opgevangen en omgezet in impulsen.

  • Gehoorzenuw => geeft de impulsen door aan de hersenen.

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
  • Oefenen op biologiepagina;
  • Test jezelf/diagnostische toets maken;
  • Samenvatting of begrippenlijst maken;
  • Leren. 

Slide 21 - Tekstslide