3i Dinsdg 19 januari

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

3i Check Grammatica

- herhaling/ check

- Lezing woordsoorten en/of zinsdelen

- daarna aan de slag met werkdoelen

- evaluatie

Woordsoorten

Lidwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord

Schrijf op: wat weet je nog van de woordsoorten?

Haal de zelfstandig naamwoorden uit de zin.
De leerlingen gaan iedere woensdag naar huiswerkbegeleiding.

Haal de werkwoorden uit de zin.
Marieke en Marit halen voor de buurvrouw boodschappen.

Haal de bijvoeglijk naamwoorden uit de zin.
De vriendelijke dame eet een lekkere taart.

Schrijf een bijvoeglijk naamwoord op + een zelfstandig naamwoord.

Schrijf drie werkwoorden op.

Zijn er nog vragen over de woordsoorten?

Ik ga straks naar de lezing over woordsoorten?
(stel mij vragen!)
Wat is jouw leerdoel?

1. Ja, graag
2. Nee, want ik begrijp alles.

Zinsdelen

gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling

Schrijf kort op wat je weet over de verschillende zinsdelen.

Wat is het gezegde?
Daphne heeft een foto geplaatst op Instagram

Wat is het onderwerp?
Tessa heeft voor haar verjaardag een konijn gekregen.

Wat is het lijdend voorwerp?
Tessa heeft voor haar verjaardag een konijn gekregen?

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
We hopen dat na de voorjaarsvakantie de lockdown voorbij is.

1. We
2. na de voorjaarsvakantie
3. de lockdowb

Wat is het meewerkend vw?
Luke geeft zijn moeder een bonbon voor haar verjaardag.

1. Luke
2. een bonbon
3. zijn moeder
4. voor haar verjaardag

Heeft een zin altijd een lijdend voorwerp?

1. Ja, natuurlijk!
2. Nee

Heeft een zin altijd een meewerkend vw?

1. Soms
2. Ja, altijd!
3. Ja, soms zelfs meerdere

Heeft een zin altijd een bijwoordelijke bepaling?

Ik ga de lezing volgen over de zinsdelen?
(stel mij vragen)
Wat is jouw leerdoel?

1. Ja
2. Nee

Geen lezing?

Geen vragen?

Aan de slag met je werkdoelen.

Om ..... terug in de les

Evaluatie
Wat was jouw leerdoel?

Heb je je leerdoel behaald?

1. Ja
2. Nee, ik vind het nog steeds lastig.
3. Nee, omdat ....

Wat heb je geleerd vandaag?

Wat kan ik nog voor jullie doen om je leerdoel te behalen?

Zijn er nog vragen?

Tot maandag!