In deze leeftijd voelen de kinderen zich al heel wat. En zal je ontdekken, dat ze veel ‘zelluf’ willen doen. Zelf met hun vork eten, zelf het speelgoed uit de mand halen of de bladzijde van het boek omslaan. Hun drang naar zelfstandigheid neemt toe. Het praten ontwikkelt zich steeds meer tot herkenbare geluiden.
Ook al willen de kinderen zelfstandig worden, ze willen je ook graag helpen. Welk kind heeft er niet met een sopdoek gelopen als moeder aan het poetsen was?
Een dreumes wil niet delen. “Mij” is een veelgehoorde term. Ook al wanneer ze 5 minuten geleden met dat speeltje speelden. Dan nog mag niemand anders eraan zitten. Het niet willen delen, laten ze ook nog in de peuterfase zien.
Samen spelen
Van echt samen spelen is nog geen sprake op deze leeftijd. Kinderen spelen naast elkaar. Dus als ze met een treinbaan spelen, dan zullen ze nog niet het contact leggen om echt samen te spelen.
Een peuter voelt zich vertrouwd in zijn omgeving en gaat nu op zoek naar grenzen. Hij zoekt een weg naar zelfstandigheid. En dit zal samen gaan met: “Nee.” Iedereen kent het gezegde wel: “Twee is nee.”
En dat moment is nu aangebroken. Doordat er door zijn ouders grenzen worden aangegeven, neemt ook het zelfvertrouwen toe. Hij weet wat er van hem verwacht wordt en dat brengt hem veiligheid. Als ouder ben je een rolmodel voor je kind. Peuters kopiëren soms letterlijk het gedrag van de mensen om hen heen. En ze zien jou als ouder het vaakst.
Fantasie
En dat je een rolmodel bent, blijkt wel door het feit dat ze graag ‘vadertje en moedertje’ spelen. Elke kleuter speelt graag in het keukentje. Lekker koken, afwassen en iets bakken in de oven.
Denk ook maar eens aan dat lieve snoetje als hij nog langer televisie wil kijken. Ook kunnen peuters hun gevoelens nog niet onderscheiden, dit leidt vaak tot boosheid, terwijl ze eigenlijk verdrietig zijn.
Wanneer er iemand anders ook met het keukentje wil spelen, dan wordt dit soms wel of niet toegestaan. Er is nog geen sprake van samenspel, maar wel van een gedoogbeleid ?.
Gevoelens
Wanneer de peuter vindt dat de ander niet mag meespelen, heeft hij geen idee wat het andere kindje hiervan vindt. Een peuter kan zich nog niet zo goed inleven in de gevoelens van een ander
. Benoem als ouder je gevoelens. Als je bijvoorbeeld huilt, omdat je je pijn hebt gedaan. “Ik heb pijn in mijn been, daarom ben ik verdrietig.” Ditzelfde geldt voor de gevoelens van een ander. Blijf benoemen dat het andere kindje blij wordt als ze samen met hem mag spelen.
Koppig
De peutertijd staat ook in het teken van: Een kindje dat op de grond in de supermarkt ligt te krijsen, omdat hij een snoepje wilt. Maar dit niet mag van zijn moeder. Peuters vanaf een jaar of 3 krijgen in de gaten dat hun acties gevolgen kunnen hebben.