In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Gedichten
Slide 1 - Tekstslide
Doelen van vandaag
Je leert wat een gedicht is.
Je kunt een gedicht herkennen door de opbouw en het rijm.
Je kunt van een gedicht een rijmschema maken.
Je kunt aan een ander uitleggen hoe een gedicht in elkaar zit en hoe je een rijmschema maakt .
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk je aan bij het woord "gedicht" ?
Slide 3 - Woordweb
Schrijf jij wel eens gedichten?
ja
nee
Slide 4 - Poll
Lees je wel eens gedichten?
ja
nee
Slide 5 - Poll
Vroeger
Toen mensen nog niet konden schrijven, werden verhalen verteld door (rijmende) gedichten en liederen te vertellen.
Dat was makkelijker te onthouden en te vertellen.
Een verhalenverteller heette een minstreel.
Slide 6 - Tekstslide
Rond 1750
Gedichten worden ook gebruikt bij opvoeding - omdat het makkelijker te onthouden is.
Hieronymus van Alphen schreef het eerste boek met kinderversjes.
De kinderen waren altijd superbraaf en deden alles goed. Zij moesten als voorbeeld dienen.
Slide 7 - Tekstslide
Rond 1850
Kinderen zijn niet braaf.
Sprookjes eindigden meestal slecht.
Kinderversjes veranderden ook en werden levenslesjes: als je niet luistert, dan....
Piet de Smeerpoets.
Slide 8 - Tekstslide
Versjes uit 'Piet'
Kinderen moesten wel iets leren.
Ging altijd over stoute dingen doen en de straf die je dan kreeg.
Gruwelijk...
2 voorbeelden.
Let ook op de afbeeldingen!
Slide 9 - Tekstslide
Tsja,
Dan moet je maar doen wat je gezegd wordt....
Slide 10 - Tekstslide
Is dit OK?
ja hoor!
nee, echt niet!
Slide 11 - Poll
NU
Nog steeds veel kinderboeken met versjes.
Annie MG Schmidt: ik ben lekker stout.
Nijntje boeken.
Roald Dahl's gruwelijke rijmen.
Minder erg, geen straf, geen wijze lessen en heel veel humor.
Slide 12 - Tekstslide
Wat hoort er volgens jullie bij gedichten?
Slide 13 - Open vraag
Is het moeilijk of makkelijk om te dichten?
moeilijk
makkelijk
Slide 14 - Poll
Begrippen
Kort een paar begrippen bespreken.
Daarna aan de slag met rijm.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Gedichten
Rijm
Ritme
Ook liedjes, rap en poetry slam zijn soort van gedichten...
Slide 17 - Tekstslide
Soorten gedichten
Liedjes
Sinterklaasgedicht
Grappige rijmpjes
Limericks
Poetry Slam
Kinderversjes
"Moeilijke poëzie"
Slide 18 - Tekstslide
Opbouw
Een herhaald stukje heet een REFREIN (denk aan lied).
De 'alinea's' heten hier STROFES.
RIJM KAN OP VERSCHILLENDE MANIEREN
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Eindrijm
Woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank.
Kijk maar naar het gedicht hiernaast:
Slide 22 - Tekstslide
Rijmschema
Van het eindrijm kun je een rijmschema maken. • Je geeft elke rijmklank een nieuwe letter. De klank in de eerste regel a, de volgende klank b, etc.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Dikkertje Dap
Regel 1 en 2 rijmen
Regel 3 en 4 rijmen
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Superguppie
alle guppies die ik had
zwemmen nu in onze kat
nou ja, waarschijnlijk zijn ze dood
hij viste zó
zó met zijn poot
Slide 28 - Tekstslide
Wat is het schema bij:
Alle guppies die ik had Zwemmen nu in onze kat Nou ja, waarschijnlijk zijn ze dood Hij viste zó Zó met zijn poot
A
A-B-B-A-C
B
A-B-A-B-C
C
A-B-C-D-E
D
A-A-B-C-B
Slide 29 - Quizvraag
Dit is het bloedig moordverhaal Van Pyramus en Thisbe De een een schone jongeling Wiens oude heer in vis dee
De andere Miss Babylon De dochter van de buurman Bij wie hij op beperkte schaal Des avonds door de muur kwam
A
A-B-C-B D-E-F-E
B
A-B-A-B D-E-F-E
C
IK SNAP HET NIET
D
A-B-C-B A-B-C-B
Slide 30 - Quizvraag
A.
Sint liep te denken
Wat moest hij jou schenken
Een boek of een bon
Of een flesje lotion?
B.
Sint liep te denken,
Een boek of een bon
Of een flesje lotion,
Wat moest hij jou schenken?
C.
Sint liep te denken
Een boek of een bon
Wat moest hij jou schenken
Een flesje lotion?
abab
aabb
abba
Slide 31 - Sleepvraag
Beginrijm / Alliteratie
Voorbeeld: "De kat krabt de krullen van de trap". In die zin beginnen veel woorden met de 'k' Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.
Slide 32 - Tekstslide
Assonantie
Enkele woorden die bij elkaar in de buurt staan, hebben dezelfde klank, maar niet dezelfde eindletter(s).
Slide 33 - Tekstslide
Klinkerrijm / assonantie
• Het gaat hierbij om de uitspraak, en niet om de spelling • Zo is er bijvoorbeeld ook assonantie bij 'een groot cadeau'