Les 1 Soorten zinnen en hun zelfstandig werkwoord

Soorten zinnen en hun zelfstandig werkwoord
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Soorten zinnen en hun zelfstandig werkwoord

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Na de les kun je benoemen wat een enkelvoudige of samengestelde zin is én kun je in elk zin het zelfstandig werkwoord benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Soorten zinnen
Samengestelde zin:
Toen ik de boodschappen haalde, tilde mijn zoon de tas.

Enkelvoudige zinnen:
Ik haalde de boodschappen.
Mijn zoon tilde de tas.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Samengestelde zin
Zet een samengestelde zin om naar enkelvoudige zinnen. 

Ik heb een lekke band en daarom loop ik naar school.

Ik heb een lekke band.
Ik loop naar school.

Slide 5 - Tekstslide

Samengesteld naar enkelvoudig
  • Maak een vraag van de zin.
  • Hierdoor haal je enkelvoudige zinnen uit een samengestelde zin.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Jonathan haalt boodschappen zodat hij vanavond eten kan koken.
  • Haalt Jonathan boodschappen?
  • Kan hij vanavond koken?

Jonathan haalt boodschappen.
Hij kan vanavond eten koken.

Slide 7 - Tekstslide

Enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Ik ga fietsen.
Ik ga leren want ik heb morgen een toets.
Gisteren heb ik in het park gewandeld.
Toen ik boodschappen haalde, tilde mijn zoon de tas.
Ik loop met de hond buiten.

Slide 8 - Sleepvraag

Enkelvoudige zinnen
Werkwoorden - Predikaat

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoorden
Werkwoorden zijn belangrijke woordgroepen in een zin.

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin.
De broer van de Mo heeft hem naar school willen brengen.
Mo is op zijn fiets naar school gereden.
Mo rijdt op zijn fiets naar school.

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord

Het belangrijkste werkwoord in de zin. 

De jongen is op zijn fiets naar school gereden.
De jongen rijdt op zijn fiets naar school.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe vind je het belangrijkste werkwoord van een zin?
De jongen is op zijn fiets naar school gereden.
  • Verander de tijd van de zin.
       De jongen was op zijn fiets naar school gereden.
  • Je ziet dat het hulpwerkwoord is verandert in was
  • Schrab het hulpwerkwoord is uit de zin.
  • Maak een nieuwe zin met resterende werkwoorden.
  • Ga hiermee door totdat je één werkwoord over hebt.
  • Dat is dan het zelfstandig werkwoord.

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord vinden
De jongen rijdt op zijn fiets naar school.
 
Er is één werkwoord in de zin dus dat is het zelfstandig werkwoord.

Zelfstandig werkwoord: rijden.

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord vinden
Haal steeds het hulpwerkwoord weg tot er één werkwoord over is; dat is het zelfstandig werkwoord.




Zelfstandig werkwoord: rijden.
De jongen is op zijn fiets naar school gereden.
De jongen is op zijn fiets naar school gereden.
De jongen rijdt op de fiets naar school.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het zelfstandig werkwoord in de zin:
Morgen haalt mijn moeder weer boodschappen.

Slide 16 - Open vraag

Wat is het zelfstandig werkwoord in de zin:
Zijn werkgever heeft de vrije dagen willen inhouden.

Slide 17 - Open vraag

Nu jullie !
Kijk naar de volgende tekst en schrijf van elke zin het zelfstandig werkwoord op.

Slide 18 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord
TikTok is een platform dat bekend staat om zijn korte video's, die vaak grappig, creatief en vermakelijk zijn. Het is geen verrassing dat veel mensen urenlang op TikTok doorbrengen. De verslavende aard van TikTok komt voort uit een combinatie van factoren. TikTok maakt gebruik van een zeer geavanceerd algoritme dat voortdurend leert van je kijkgedrag. Hierdoor krijg je steeds video's te zien die je waarschijnlijk leuk vindt, waardoor je steeds langer blijft kijken. 

Slide 19 - Tekstslide

Volgende les
Zelfstandig werkwoorden - Predikaat

Slide 20 - Tekstslide