Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wat is een voorbeeld van volwaarde voeding?
A
Voeding die vol is van smaak
B
Vers gekookte wortelen
C
Worteltjes uit blik/glas
D
Voeding waar je een vol gevoel van krijgt
Slide 1 - Quizvraag
Volwaarde voeding
Producten die zo min mogelijk bewerkt zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Welke bewering over de schijf van 5 klopt?
A
Dit is een voorlichtingsmodel over gezond en gevarieerd eten.
B
Hierin zitten alle voedingsstoffen die je de hele dag door eet.
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Een voorbeeld van een THT product is?
A
Koekjes
B
Melk
Slide 5 - Quizvraag
Een voorbeeld van een UVD product is?
A
Koekjes
B
Melk
Slide 6 - Quizvraag
THT
Ten minste houdbaar tot. Na de THT-datum kan de kwaliteit van het product achteruit gaan.
UVD
Uiterste verkoop datum. Na deze datum mag het product niet meer verkocht worden.
Slide 7 - Tekstslide
Welke bewering(en) over E-nummers zijn juist?
A
E-nummers zijn toevoegingen aan een product.
B
E-nummers verbeteren of veranderen het
product.
C
E-nummers hebben geen voedingswaarde.
D
E-nummers zijn bijvoorbeeld kleurstoffen en smaakstoffen
Slide 8 - Quizvraag
E-nummers
Dit zijn toevoegingen aan een product.
Deze verbeteren of veranderen het product.
Het zijn bijvoorbeeld kleurstoffen en smaakstoffen.
E-nummers hebben geen voedingswaarde.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een gezondheidsclaim en een voedingsclaim?
A
Een voedingsclaim zegt iets over het mogelijke effect op de gezondheid.
Een gezondheidsclaim zegt iets over de samenstelling van een product.
B
Een voedingsclaim zegt iets over de samenstelling van een product. Een gezondheidsclaim geeft aan dat een product mogelijk effect heeft op de
gezondheid.
C
Slide 10 - Quizvraag
VOEDINGSCLAIM
Een voedingsclaim zegt iets over de samenstelling van een product.
Bijvoorbeeld ‘Light’,
GEZONDHEIDSCLAIM
Een gezondheidsclaim geeft aan dat een product mogelijk effect heeft op de gezondheid.
Een voorbeeld hiervan is ‘calcium is goed voor de kalkhuishouding’
Slide 11 - Tekstslide
Een voedingsintolerantie is?
A
Een negatieve reactie op voeding, waarbij het immuunsysteem niet betrokken is.
B
Een voorbeeld hiervan is een allergie voor schaaldieren.
C
Bij een voedingsintolerantie is er altijd sprake van een overactief immuunsysteem. Je
hele lichaam roept als het ware ‘nee’ tegen het voedingsmiddel.
D
Een voorbeeld hiervan is een lactose intolerantie.
Slide 12 - Quizvraag
Een voedselallergie is?
A
Bij een voedselallergie is er altijd sprake van een overactief immuunsysteem. Je
hele lichaam roept als het ware ‘nee’ tegen het voedingsmiddel.
B
Een negatieve reactie op voeding, waarbij het immuunsysteem niet betrokken is.
C
Een allergie voor noten.
D
Een voorbeeld hiervan is een allergie voor latex.
Slide 13 - Quizvraag
Voedingsintolerantie
Een negatieve reactie op voeding, waarbij het immuunsysteem niet betrokken is.
Voorbeeld : lactose
Voedselallergie
Bij een voedselallergie is er altijd sprake van een overactief immuunsysteem. Je hele lichaam roept als het ware nee tegen het voedingsmiddel.