Voorbereiding ctm 1 okt

www.lessonup.nl of installeer de app, kijk mee op de Ipad!
KLascode ykqvt





Nederlands
Havo 5






Pascal Tijdink
TDK 2019-2020

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

www.lessonup.nl of installeer de app, kijk mee op de Ipad!
KLascode ykqvt





Nederlands
Havo 5






Pascal Tijdink
TDK 2019-2020

Slide 1 - Tekstslide

Toetskalender
1-10 CTM: theorie tekstbegrip (dus vanaf nu meenemen examenbundel)
14-10 boek 6 uit en start boek 7 (altijd leesboek meenemen)

Slide 2 - Tekstslide


Twee leerdoelen tot aan 1 oktober
1. We lezen in onze literatuurboeken ter voorbereiding op ons mondeling in februaru 2010: 
  •  De kandidaat kan beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met een aantal door hem geselecteerde literaire werken.
    Minimumaantal: havo 9.  De werken zijn oorspronkelijk geschreven in de Nederlandse taal. 
  • De kandidaat kan literaire tekstsoorten herkennen en onderscheiden, en literaire begrippen hanteren in de interpretatie van literaire teksten. 
  • De kandidaat kan een overzicht geven van de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis, en de gelezen literaire werken plaatsen in dit historisch perspectief.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen periode tot aan 1 oktober
2. We zijn bezig met een opfriscursus.In deze opfriscursus kom je te weten wat je moet kunnen om goedm et de examenstof aan de slag te gaan en wat je al weet. De volgende onderdelen komen aan de orde:
-  betekenis van woorden
-  het doel en soort teksten
-  verband en structuren
- redeneren
- samenvatten
Natuurlijk is stijl, spelling en interpunctie ook superbelangrijk om het examen goed te scoren, vandaar dat we daar de komende periode aan gaan werken!

Slide 4 - Tekstslide

Dagprogramma 


  • Literatuur -> lezen
  • Belangrijke functiewoorden: hoofdgedachte
  • Oefenen met quizvragen


Slide 5 - Tekstslide

Hoofdgedachte blz. 30
De hoofdgedachte kun je heel goed gebruiken om de tekst te analyseren. De hoofdgedachte is de belangrijkste mededeling over het tekstonderwerp van de alinea. De hoofdvraag is de centrale vraag die de schrijver stelt over het tekstonderwerp. De hoofdgedachte is dus eigenlijk het antwoord op de centrale vraag.

Heel belangrijk voor het examen!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

om ... te, door te, opdat, door middel van, daarmee, daartoe, teneinde, met als doel
A
Voorwaarde
B
argumentatie voor argumenten die andere argumenten verdedigen
C
Doel / middel
D
Conclusie

Slide 8 - Quizvraag

Een inleiding kan verschillende functies hebben. Welke functie heeft de inleiding niet?
A
het onderwerp introduceren
B
aandacht trekken
C
een korte samenvatting geven
D
een advies geven

Slide 9 - Quizvraag

Bij informeren hoort een...
A
uiteenzetting
B
beschouwing
C
betoog

Slide 10 - Quizvraag

De signaalwoorden want, omdat, daarom, immers en namelijk horen bij? (tekstverband)
A
Concluderend
B
Redengevend
C
Vergelijkend
D
Tijdsvolgorde

Slide 11 - Quizvraag

Een strip hoort bij het tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 12 - Quizvraag


Wat is het belangrijkste TEKSTDOEL bij deze tekst?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 13 - Quizvraag

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren

Slide 14 - Sleepvraag

Informeren
activeren/
overhalen
amuseren
Overtuigen
nieuwsbericht
handleiding
advertentie
uitnodiging
Leesboek
strip
recensie
betoog

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Tekstslide

Vooronderstelling blz. 71
synoniemen: hypothese, iets wat je voor waar aanneemt zonder het eerst te onderzoeken - vermoeden - vooropgezette mening - aanname. 
Lastig? Maak de oefening op blz. 71 (antw. blz. 110)

Lastig? Maak de oefeniong 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Link

Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een tegenargument?
A
Een synoniem voor een weerlegging
B
Een argument tegen een argument
C
Een argument tegen een standpunt
D
Alle 3 juist

Slide 21 - Quizvraag

Onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een weerlegging?
A
standpunt van een schrijver
B
aantoning dat een argument klopt
C
mening van de lezer
D
aantoning dat een argument niet klopt

Slide 23 - Quizvraag

Op welke wijze controleer je een argumentatieschema?
standpunt (SP) …….. argument (ARG)
argument (ARG) …..… standpunt (SP)

A
SP want ARG ARG dus SP
B
SP want ARG ARG want SP
C
SP dus ARG ARG dus SP
D
SP dus ARG ARG want SP

Slide 24 - Quizvraag

[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Argument
B
Standpunt

Slide 25 - Quizvraag

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in De Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 26 - Quizvraag

Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden, leerlingen kunnen er niks nuttigs mee doen.
A
Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden,=argument
B
Mobieltjes moeten tijdens de les verboden worden,= standpunt

Slide 27 - Quizvraag

Nederland moet meedoen met de ontwikkeling van de nieuwe straaljager, want dat levert werkgelegenheid op. En werkgelegenheid is goed voor de economie.
Van welk type argumentatie is sprake?
Standpunt
Argument 1
Argument 2
A
Argumentatie op basis van vergelijking
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen.
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Link

Literatuur
'Voorbereiding mondeling examen'
  • februari 2020
  • 9 boeken (5 in havo 4 en 4 in havo 5)
  • Tijdspad:

boek 6 september/oktober uit
boek 7 oktober/november uit
boek 8 november/december uit
boek 9 december/januari uit



Slide 30 - Tekstslide

Voorbereiding mondeling Nederlands 
Keuze uit:

Je gaat lezen of luisteren

boek vergeten: www.spitsnieuws.nl-> volgende keer boek bij je!
timer
20:00

Slide 31 - Tekstslide

Voorbereiding mondeling Nederlands 
Keuze uit: 

Boek uit? -> Orienteren en verwerken; de vragen volgen op de volgende twee pagina's

timer
20:00

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Voorbereiding mondeling Nederlands 
Keuze uit: 

Alle boeken uit? -> Moodboard

timer
20:00

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Examenstof
Theorie & verwerking
Toetsdatum: 1-10 CTM theorie tekstbegrip/examenbegrippen (examenbundel meenemen)
Toetsstof: examenbundel: specifiek aangegeven in de les
Theorie: kernzinnen - signaalwoorden - onderwerp - hoofdgedachte - functiewoorden en schrijfdoelen





Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Link

Nieuwsquiz
https://nieuwsquiz.jimdosite.com/ 

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Link

Citos(c)ores
ik was kansloos
voor ik kansrijk werd

het was belang'loos
voor het belangrijk werd

een citoscore van hoge cijfers
want cijfers liegen niet

havo of vwo
maar mijn basisschool zei liever niet
eerder vmbo
want hij lijkt me toch het type dat

niets gaat doen 
met zijn leven

ik kijk voor me 
en zie het niet
                                                                               Akwasi




Slide 45 - Tekstslide

Verteltijd en vertelde tijd
Verteltijd is de tijd die de lezer nodig heeft om een verhaal te lezen of het aantal blz's. De vertelde tijd geeft men de tijd aan die het verhaal omvat.
Voorbeeld: De aanslag van Harry Mulisch omvat 37 jaar.

Slide 46 - Tekstslide

verslag en presentatie
Hoe kan ik de resultaten uit het onderzoeksverslag presenteren?

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide