Communicatie week 5

Communicatie week 5
Presenteren en telefoneren
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Communicatie week 5
Presenteren en telefoneren

Slide 1 - Tekstslide

🤝 Samenwerken doen we zo

🚰 Drinken mag, eten doe je buiten het lokaal.

🕘 Kom op tijd. Deur dicht? Na 30 minuten mag je de les in.

📵 Telefoon weg in je jas of tas, tenzij de docent anders aangeeft.

📚 Tas van tafel en jas uit. Pak na binnenkomst meteen je lesmateriaal. 
Introductie

Slide 2 - Tekstslide

✅ Presentie: Fijn dat je er bent! 😀👍

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste verschil tussen een hoofdzaak en een bijzaak in een presentatie?
A
Zonder bijzaken kun je een presentatie nog steeds begrijpen, maar zonder hoofdzaken niet.
B
Zonder hoofdzaken kun je een presentatie nog steeds begrijpen, maar zonder bijzaken niet.

Slide 4 - Quizvraag

Wat moet je op het einde van jouw presentatie niet vergeten
A
Voorbeelden geven
B
De kernboodschap herhalen
C
Alle informatie kort herhalen

Slide 5 - Quizvraag

Dit is een goed powerpoint slide?
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Dit is een goed powerpoint slide?
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Wat vind jij een goede tip voor het geven van een presentatie?

Slide 8 - Open vraag

Wat gaan we vandaag doen?
Presenteren -> gezamenlijk  
module 5. Overtuigend presenteren
Opdracht
module 6. Wat doe ik

Telefoneren 1 -> Algemene telefoonregels

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Opdracht
Je voert straks een rollenspel uit. Je geeft een minipresentatie van maximaal twee minuten over een onderwerp dat staat vermeldt op jouw kaartje.  

Slide 11 - Tekstslide

Hier moet je dus op letten
  • Twee voeten stevig in de grond op schouderhoogte én rechte schouders.
  • Beweeg je armen een beetje mee of houdt je armen ontspannen langs je lichaam 
  • Oogcontact, maak oogcontact met je publiek en kijk verschillende mensen aan
  • Stemgebruik, praat iets harder dan wanneer je in een normaal gesprek bent met mensen
  • Spreektempo, praat niet te snel, neem de tijd om even adem te halen en te pauzeren
  • Articulatie, spreek duidelijk en maak je woorden af


Slide 12 - Tekstslide

Bereid je voor
Bereid je presentatie voor.
Hiervoor heb je tien minuten de tijd.
Maak een korte PowerPoint met in ieder geval 3 slides 
- Kop
- Romp
- Staart
Tip: Vertel vooral spontaan iets leuks of interessants over het onderwerp op jouw kaartje. Het draait om jouw houding of stemgebruik. De inhoud is niet belangrijk. 
Hierna presenteren voor de klas
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Presenteren, wie gaat eerst?

Slide 14 - Tekstslide

Pauze
Korte pauze
10 minuten
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Presenteren module 6
Hier moet je dus op letten
  • Twee voeten stevig in de grond op schouderhoogte én rechte schouders.
  • Beweeg je armen een beetje mee of houdt je armen ontspannen langs je lichaam 
  • Oogcontact, maak oogcontact met je publiek en kijk verschillende mensen aan
  • Stemgebruik, praat iets harder dan wanneer je in een normaal gesprek bent met mensen
  • Spreektempo, praat niet te snel, neem de tijd om even adem te halen en te pauzeren
  • Articulatie, spreek duidelijk en maak je woorden af


Slide 16 - Tekstslide

Presenteren, wie gaat eerst?

Slide 17 - Tekstslide

Presenteren module 6
Hier moet je dus op letten
  • Twee voeten stevig in de grond op schouderhoogte én rechte schouders.
  • Beweeg je armen een beetje mee of houdt je armen ontspannen langs je lichaam 
  • Oogcontact, maak oogcontact met je publiek en kijk verschillende mensen aan
  • Stemgebruik, praat iets harder dan wanneer je in een normaal gesprek bent met mensen
  • Spreektempo, praat niet te snel, neem de tijd om even adem te halen en te pauzeren
  • Articulatie, spreek duidelijk en maak je woorden af

volgende week module 7. Daar sta je dan


Slide 18 - Tekstslide

Telefoneren is net presenteren
Het is belangrijk om te weten hoe je netjes telefoneert. Wat mag wel en wat mag niet bij het telefoneren? Dit noemen we: telefoonetiquette. In elk bedrijf komen veel telefoontjes binnen en het is heel belangrijk dat bellers netjes te woord gestaan worden.  

Doel van vandaag
Je kunt een aantal algemene telefoonregels benoemen.

Slide 19 - Tekstslide

Algemene telefoonregels
  • Eet of drink niet tijdens een telefoongesprek
  • Spreek nooit dialect of Nederlands met allemaal dialectwoorden. Een licht accent is toegestaan
  • Vermijd teveel stopwoorden, Zoals: ehm, ehm, ehm… dus, natuurlijk 
  • Verboden woorden zijn: Watte? Hè? Doei Houdoe (of ander lokaal dialect) Etc.
  • Vermijd vaktaal (jargon). Als je gesprekspartner die voorkennis niet heeft.





Slide 20 - Tekstslide

Algemene telefoonregels
  • Let op je intonatie. Zorg voor afwisseling in je stem door op verschillende toonhoogtes te spreken. Spreek niet te eentonig.
  • Beheers je stemvolume. Schreeuw niet, want dan kom je agressief over. Praat niet te zacht, want dan kom je onzeker over.
  • Zorg ervoor dat je alle benodigde informatie en spullen bij de hand hebt. Als je informatie moet noteren en je hebt geen pen of papier in de buurt, dan komt dat onprofessioneel over.
  • Als je een slechte verbinding hebt, bel dan opnieuw. Dat voorkomt ergernis. En zeker als je met iemand in het buitenland belt, want zo’n gesprek is vaak duur.





Slide 21 - Tekstslide

Algemene telefoonregels
  • Let op je intonatie. Zorg voor afwisseling in je stem door op verschillende toonhoogtes te spreken. Spreek niet te eentonig.
  • Beheers je stemvolume. Schreeuw niet, want dan kom je agressief over. Praat niet te zacht, want dan kom je onzeker over.
  • Zorg ervoor dat je alle benodigde informatie en spullen bij de hand hebt. Als je informatie moet noteren en je hebt geen pen of papier in de buurt, dan komt dat onprofessioneel over.
  • Als je een slechte verbinding hebt, bel dan opnieuw. Dat voorkomt ergernis. En zeker als je met iemand in het buitenland belt, want zo’n gesprek is vaak duur.






Slide 22 - Tekstslide

Algemene telefoonregels
  • Als je iemand laat meeluisteren, vraag dan altijd om toestemming aan je gesprekspartner. Dit geldt dus ook als je iemand op de speaker zet.
  • Blijf altijd correct, ook als de gesprekspartner dat niet is. Word niet boos.
  • Blijf altijd solidair met het bedrijf, ook al ben je het eens met je gesprekspartner. Val het bedrijf of je collega’s nooit af.
  • Laat de telefoon (het liefst) niet vaker dan drie keer overgaan als je gebeld wordt. Mensen vinden het fijn snel te woord te worden gestaan, dat komt professioneel en efficiënt over.




 

Slide 23 - Tekstslide

Algemene telefoonregels
  • Spreek in de hoorn en niet zomaar ergens in de ruimte.
  • Begin het gesprek met: Goedemorgen/-middag, naam bedrijf, u spreekt met voornaam achternaam.
  • Heb je de naam niet goed verstaan? Vraag het nog een keer en noteer de naam. Je kunt ook vragen om de naam te laten spellen als het een moeilijke naam of achternaam is.
  • Onthoud de naam van de beller en herhaal deze tijdens het gesprek. Zo laat je zien dat je betrokken bent.
  • Maak geen grapjes over de naam. Zelfs niet als ze echt grappig zijn, bijvoorbeeld: Piet Lutje Bennie Dood Gooi van de Berg Truusje Spetter-Kwak





 

Slide 24 - Tekstslide

Algemene telefoonregels
  • Laat je gesprekspartner uitpraten. Ook als je al denkt te weten wat hij/zij gaat zeggen.
  • Zeg nooit: ‘Hij is er niet’. ‘Hij’ heeft een naam, dus zeg: ‘Meneer De Wit is er niet.’
  • Geef geen privénummers en/of vertrouwelijke informatie. Wees discreet.
  • Word niet te familiair met de klant. Tutoyeer alleen als de klant het initiatief neemt. Tutoyeren = je en jij zeggen Vousvoyeren = u zeggen
  • Neem klachten altijd serieus en behandel deze met voorrang. Een goede klachtenbehandeling is het beste visitekaartje voor het bedrijf.
  • Als het opzoeken van informatie te lang duurt, bied dan aan om terug te bellen. Spreek een beltijdstip af en houd je daaraan.





 

Slide 25 - Tekstslide

Algemene telefoonregels
Laat nooit een lijn open staan. De klant luistert mee.
Noteer alle relevante gegevens en herhaal wat je noteert. Als je één teken of cijfer verkeerd noteert bij een e-mailadres of telefoonnummer, gaat het mis, dus wees zorgvuldig.
Beëindig het gesprek correct. Geen doei, daaaag of doeg.


 

Slide 26 - Tekstslide

Welke telefoonregel is jou nu bijgebleven of vond je opvallend?

Slide 27 - Woordweb

Geef twee telefoonregels die jij al toepast?

Slide 28 - Open vraag

Volgende week
Module 2 de telefoon gaat

Slide 29 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd vandaag
Hoe we overtuigend kunnen presenteren door gebruik van houding en stemgeluid

Wat de Algemene telefoonregels zijn bij een zakelijk telefoongesprek.

Heel erg bedankt en tot volgende week!!

(denk aan het inleveren van opdracht 1.3.2 voor zover nog niet gedaan)

Slide 30 - Tekstslide