SAMENVATTING BLOED EN LYMFE

SAMENVATTING 
BLOED EN LYMFE
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomie en fysiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 65 min

Onderdelen in deze les

SAMENVATTING 
BLOED EN LYMFE

Slide 1 - Tekstslide

DOEL VAN DE LES
  • Bespreken hoofdpunten bloed en lymfe

  • Evalueren waar eventueel knelpunten zijn

  • Evalueren of een en ander begrepen is

  • Door middel van een quiz controleren of vragen begrepen worden 

Slide 2 - Tekstslide

INHOUD VAN DE LES
  • Bloedcellen
  • Immuniteit
  • Bloedvatenstelsel
  • Hart
  • Grote en kleine bloedsomloop
  • Lymfevatenstelsel 

Slide 3 - Tekstslide

Bloed

Slide 4 - Woordweb

Wat is een andere naam voor rode bloedcellen?
A
Erytrocyten
B
Leukocyten
C
Trombocyten

Slide 5 - Quizvraag

Waarin zit hemoglobine?
A
In de bloedplaatjes
B
In de rode bloedcellen
C
In de witte bloedcellen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor aders?
A
Arteriën
B
Venolen
C
Venen

Slide 7 - Quizvraag

BLOED
Bestaat uit:

  • Ongeveer 55% bloedplasma

  • Ongeveer 45% bloedcellen

Slide 8 - Tekstslide

BLOEDCELLEN
  • Erytrocyten = rode bloedcellen

  • Leukocyten = witte bloedcellen

  • Trombocyten = bloedplaatjes 

Slide 9 - Tekstslide

RODE BLOEDCELLEN
  • Gemaakt in rode beenmerg
( tijdens jeugd ook in de milt)

  • Afbraak in milt, lever, rode beenmerg

Slide 10 - Tekstslide

FUNCTIE RODE BLOEDCELLEN
  • Gastransport (zuurstofgas en koolzuurgas) door hemoglobine (ijzerhoudend eiwit)

  • Oxyhemoglobine = hemoglobine dat zuurstofgas
vervoert


Slide 11 - Tekstslide

WITTE BLOEDCELLEN
  • Functie: verdediging 

Slide 12 - Tekstslide

GRANULOCYTEN = WITTE BLOEDCELLEN MET KORREL

  • Gemaakt in rode beenmerg

  • Kunnen de bloedbaan verlaten en passen dan fagocytose (vertering) toe
LYMFOCYTEN

  • Gemaakt in rode beenmerg en lymfeknopen

  • Maken antistoffen

Slide 13 - Tekstslide

BLOEDPLAATJES
  • Hierin zit trombokinase = enzym voor bloedstolling

  • Bloedplaatjes worden gemaakt in het rode beenmerg 

Slide 14 - Tekstslide

RODE BEENMERG

Maakt:

  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen (granulocyten en lymfocyten)
  • Bloedplaatjes
LYMFEKNOPEN

Maken lymfocyten 

Slide 15 - Tekstslide

IMMUNITEIT
  • Natuurlijk (actief of passief)

  • Kunstmatig (actief of passief)

Slide 16 - Tekstslide

NATUURLIJKE IMMUNITEIT

  • Actief door ziek te zijn

  • Passief via de placenta (moederkoek) en moedermelk
KUNSTMATIGE IMMUNITEIT

  • Actief door inenting met verzwakte/dode ziektekiemen

  • Passief door inenting met antistoffen

Slide 17 - Tekstslide

FUNCTIES BLOED
  • Transport van stoffen en gassen

  • Warmteverdeling door slagaders

  • Homeostase = in evenwicht houden van alle vegetatieve = onwillekeurige functies in het lichaam (= handhaven van een constant inwendig milieu) 

Slide 18 - Tekstslide

BLOEDVATENSTELSEL
  • Slagaders = arteriën

  • Aders = venen

  • Haarvaten = capillairen

  • Hart 

Slide 19 - Tekstslide

Hoe noemen we de kleine slagaders?
A
Arteriolen
B
Capillairen
C
Venolen

Slide 20 - Quizvraag

SLAGADERS

  • Voeren bloed van het hart AF
  • Zijn zuurstofrijk behalve de longslagaders
  • Hebben alleen kleppen aan begin van aorta
  • Hebben stevige wanden
  • Hart is hiervoor een perspomp
ADERS

  • Voeren bloed naar hart TOE
  • Zijn zuurstofarm behalve de longaders
  • Hebben kleppen 
  • Wanden zijn dun en slap
  • Hart is hiervoor een zuigpomp

Slide 21 - Tekstslide

HAARVATEN
= verbinding tussen arteriolen en venolen

Hier vindt stofwisseling plaats

Slide 22 - Tekstslide

BIJZONDERE HAARVATENNETTEN
  • In de nieren = glomeruli = helemaal slagaderlijk

  • In de longen bij de longblaasjes: alleen gaswisseling

  • In de lever = poortader = helemaal aderlijk 

Slide 23 - Tekstslide

BIJZONDER VAATSYTEEM
Anastomose = verbinding tussen bloedvaten onderling (omleiding)

Slide 24 - Tekstslide

HART
  • Hartwand

  • Boezems

  • Kamers

  • Kleppen 

Slide 25 - Tekstslide

HARTWAND EN HARTZAKJE
  • Epicardium = buitenste laag = elastisch bindweefsel
  • Myocardium = middelste laag = dwarsgestreept, onwillekeurig spierweefsel 
  • Endocardium = binnenste laag = eenlagig epitheelweefsel = endotheel en elastisch bindweefsel

Hartzakje = pericard

Slide 26 - Tekstslide

BOEZEMS EN KAMERS
Het hart wordt verdeeld in 2 helften met:

  • Boezem (boven)
  • Kamer (onder)

Slide 27 - Tekstslide

Welke helft van het hart is zuurstofrijk?
A
De linker helft
B
De rechter helft

Slide 28 - Quizvraag

BOEZEMS
Nemen bloed op

De linker boezem van de 4 longaders

De rechter boezem van:

  • Bovenste holle ader
  • Onderste holle ader
  • Kransaders

Slide 29 - Tekstslide

KAMERS
  • Pompen bloed het lichaam in

  •  De linker kamer via de aorta = lichaamsslagader

  • De rechter kamer via de longslagaders

Slide 30 - Tekstslide

KLEPPEN
Zitten tussen de boezems en de kamers

en

aan het begin van de aorta

Slide 31 - Tekstslide

HARTWERKING
  • Wisselwerking tussen systole en diastole

  • Wordt geregeld door hartcentrum in het verlengde merg (hersenstam)

Slide 32 - Tekstslide

Wat betekent systole?
A
Ontspanning
B
Spanning

Slide 33 - Quizvraag

Waardoor wordt het hart zelf gevoed?
A
Door de aorta
B
Door de kransaders
C
Door de kransslagaders

Slide 34 - Quizvraag

GROTE BLOEDSOMLOOP

Van linkerkamer naar rechterboezem 
KLEINE BLOEDSOMLOOP

Van rechterkamer naar linkerboezem 

Slide 35 - Tekstslide

Welke slagader komt uit de linker kamer?
A
De aorta
B
De longslagader

Slide 36 - Quizvraag

Welke aders komen in de rechter boezem?
A
De bovenste holle ader, de longaders en de kransaders
B
De longaders, de onderste holle ader en de kransaders
C
De bovenste holle ader, de kransaders en de onderste holle ader

Slide 37 - Quizvraag

LYMFE
= vocht dat ontstaat uit het bloed door filtratie (druk) = weefselvocht

Slide 38 - Tekstslide

LYMFECIRCULATIE
  • Start tussen de cellen = weefselspleten dus overal in het lichaam

  • Via de spleten komt lymfe in de lymfecapillairen en dan in de grotere lymfevaten

Slide 39 - Tekstslide

3 GROOTSTE LYMFEVATEN
  • Grote borstbuis

  • Rechter lymfebuis

  • Linker lymfebuis 

Slide 40 - Tekstslide

GROTE BORSTBUIS
Eindigt in de linker sleutelbeenader

Verzamelt lymfe van:
  • benen
  • buikorganen
  • bovenste deel linker long
  • huid van deze gebieden

Slide 41 - Tekstslide

RECHTER LYMFEBUIS
Eindigt in de rechter sleutelbeenader

Verzamelt lymfe van:
  • Rechterhelft hoofd, hals, borst,rug
  • Rechterarm
  • Hart
  • Grootste deel longen
  • Huid van deze gebieden

Slide 42 - Tekstslide

LINKER LYMFEBUIS
Eindigt in de grote borstbuis

Verzamelt lymfe van:
  • Linkerhelft hoofd, hals, borst,rug
  • Linkerarm
  • Huid van die gebieden

Slide 43 - Tekstslide

CHYLVATEN EN CHYLUS
Chylvaten zijn speciale lymfevaten die chylus = vetten vervoeren

Slide 44 - Tekstslide

Waar zitten de chylvaten?
A
In de dikke darm
B
In de dunne darm
C
In de endeldarm

Slide 45 - Quizvraag

FUNCTIES LYMFECIRCULATIE
  • Drainage = afvoer van lymfe uit de weefsels naar de sleutelbeenaderen

  • Transport

  • Afweer door lymfeknopen

Slide 46 - Tekstslide

AFWEER
Lymfeknopen:

  • Maken lymfocyten
  • Pakken schadelijke stoffen aan
  • Geven vocht terug aan de weefsels

Slide 47 - Tekstslide

Wat zijn lymfocyten?
A
Rode bloedcellen die zorgen voor gastransport
B
Witte bloedcellen die antistoffen maken
C
Witte bloedcellen die fagocytose toepassen

Slide 48 - Quizvraag

BELANGRIJKE LYMFEKNOPEN
  • Milt

  • Amandelen

Slide 49 - Tekstslide