Motivatie en besluitvorming

Motivatie en besluitvorming
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Motivatie en besluitvorming

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je de motivatie/hygiëne theorie van Herzberg en de begrippen high involvement, low involvement en cognitieve dissonantie uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen van de les en geef de studenten een overzicht van wat ze zullen leren.
Wat weet je al over motivatie en besluitvorming?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Motivatie-hygiëne theorie van Herzberg
Volgens Herzberg wordt iemands motivatie sterk bepaald door de omstandigheden waarin iemand moet functioneren. Het motivatie-hygiëne concept kent 2 typen factoren: Motivatoren en Hygiëne-factoren.

Slide 4 - Tekstslide

Geef een korte uitleg over de motivatie-hygiëne theorie van Herzberg en wat het inhoudt.
Motivatoren
Motiverende factoren (of satisfiers) zijn factoren die tevredenheid verhogen en er voor zorgen dat behoeften bevredigd kunnen worden.

Slide 5 - Tekstslide

Geef voorbeelden van motivatoren en leg uit hoe deze factor werkt.
Hygiëne-factoren
Hygiënefactoren (of: demotivatoren of dissatisfiers) zijn factoren die bijdragen aan ontevredenheid.

Slide 6 - Tekstslide

Geef voorbeelden van hygiëne-factoren en leg uit hoe deze factor werkt.
Voorbeelden Hygiënefactoren
Voorbeelden van hygiënefactoren zijn: salaris, arbeidsomstandigheden en verhouding tot de leidinggevende.

Slide 7 - Tekstslide

Geef voorbeelden van hygiëne-factoren en leg uit hoe deze factor werkt.
High involvement
Hoge betrokkenheid van de inkoper; Een klant overweegt verschillende alternatieven voordat hij/zij een aankoopbeslissing neemt.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat high involvement betekent en hoe dit van invloed is op de besluitvorming van consumenten.
Low involvement
Lage betrokkenheid van de inkoper; Een klant overweegt nauwelijks verschillende alternatieven voordat hij/zij een aankoopbeslissing neemt.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat low involvement betekent en hoe dit van invloed is op de besluitvorming van consumenten.
Cognitieve dissonantie
Definitie cognitieve dissonantie; De consument heeft na de aankoop van een product twijfels of het wel de juiste aankoop is geweest.

Slide 10 - Tekstslide

Geef een definitie van cognitieve dissonantie en leg uit hoe dit van invloed is op de consument na de aankoop van een product.
Selectieve perceptie
Selectieve perceptie is het selectief waarnemen van informatie die past bij de eigen overtuigingen en doelen.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat selectieve perceptie is en hoe dit van invloed is op de besluitvorming van consumenten.
Samenvatting motivatie/hygiëne theorie
Motivatie wordt sterk bepaald door de omstandigheden waarin iemand moet functioneren. Het motivatie-hygiëne concept kent 2 typen factoren: Motivatoren en Hygiëne-factoren.

Slide 12 - Tekstslide

Vat de motivatie/hygiëne theorie samen en benadruk de belangrijkste punten.
Samenvatting high involvement, low involvement, cognitieve dissonantie, selectieve perceptie
High involvement betekent hoge betrokkenheid van de inkoper, low involvement betekent lage betrokkenheid van de inkoper. Cognitieve dissonantie is twijfel na een aankoop en selectieve perceptie is selectief waarnemen van informatie.

Slide 13 - Tekstslide

Vat de begrippen high involvement, low involvement, cognitieve dissonantie en selectieve perceptie samen en benadruk de belangrijkste punten.
Vragen
Zijn er nog vragen?

Slide 14 - Tekstslide

Geef de studenten de gelegenheid om vragen te stellen en beantwoord deze zo nodig.
Reflectie
Reflecteer op wat je hebt geleerd in deze les.

Slide 15 - Tekstslide

Reflecteer op wat je hebt geleerd in deze les en vraag de studenten om een korte samenvatting te geven van wat ze hebben geleerd.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.