4V 4.2 vorming geslachtscellen

deze les
1. je doet mee met deze les en sluit bij deze presentatie aan
2. je volgt deze les zelfstandig door hem apart in lessonup te openen (incl uitlegvideo's)
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

deze les
1. je doet mee met deze les en sluit bij deze presentatie aan
2. je volgt deze les zelfstandig door hem apart in lessonup te openen (incl uitlegvideo's)

Slide 1 - Tekstslide

H4 voortplanting

Slide 2 - Tekstslide

waar ging 4.1 over?

Slide 3 - Woordweb

4.2 leerdoelen


Ik kan


  • uitleggen hoe geslachtscellen ontstaan.

Slide 4 - Tekstslide

succescriteria
  • je kunt de definitie van de  begrippen uitleggen: haploïd, diploïd, homologe chromosomen, meiose (reductiedeling), meiose I, meiose II, interfase, DNA, chromatiden, S-fase, kernmembraan, erfelijke eigenschappen, crossing over, recombinante chromatiden, spoelfiguur, despiraliseren, gameten, oögonia, primaire oöcyten, secundaire oöcyten, follikel, poolichaampje, spermatogonia, primaire spermatocyt, secundaire spermatocyt, spermatiden, prostaatvocht, interstitiële cellen/ cellen van Leydig, testosteron

  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
  • je hebt de opdrachten van 4.2 gemaakt en nagekeken, met ruim voldoende resultaat

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

voorbereiding voor de les
Bekijk de volgende 4 korte video's over meiose en de vorming van geslachtscellen (eicellen en zaadcellen),
voordat je naar de les komt.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

n = aantal verschillende soorten chromosomen in een cel (geslachtscellen zijn n)
2n = de chromosomen komen in paren voor (alles behalve spermacellen en eicellen)

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel is n bij de mens?

Slide 14 - Open vraag

Vorming geslachtscellen
Chromosomen in een gewone
lichaamscel van een man:
Van een vrouw zou er hetzelfde uit kunnen zien maar dan met 
2 keer een X chromosoom

Slide 15 - Tekstslide

Vorming geslachtscellen
Als in een zaadcel en een eicel
net zoveel chromosomen
zouden zitten dan zou je na de 
bevruchting een bevruchte 
eicel met 92 chromosomen
hebben. Dit kan niet.

Slide 16 - Tekstslide

Vorming geslachtscellen
Dus: bij de vorming van de 
geslachtscellen moet het aantal
chromosomen worden 
gehalveerd zodat van elk 
chromosomenpaar er maar één
in zit.

Slide 17 - Tekstslide

Vorming geslachtscellen
Geslachtscellen zijn dus
haploïd (n).

Bij de mens bevatten ze 
23 chromosomen.

Slide 18 - Tekstslide

Vorming geslachtscellen
Geslachtscellen ontstaan uit stamcellen.
Ze onstaan uit een deling die anders gaat
dan de gewone celdeling (mitose).
Deze deling heet reductiedeling/ meïose.
Deze deling start óók na de G2 fase. 
Het DNA (de chromosomen) is dus al
verdubbeld.

Slide 19 - Tekstslide

Vóór de meiöse (S fase)

Slide 20 - Tekstslide

Doel van de meïose
BINAS 76B2

Slide 21 - Tekstslide

Meïose I

Slide 22 - Tekstslide

Meïose II

Slide 23 - Tekstslide

Profase I:

Kernmembraan verdwijnt.
Chromosomen spiraliseren.
Spoelfiguur vormt.


Chromosomen liggen als paren bij elkaar.
Crossing-over kan optreden.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Metafase I:
Chromosomen liggen twee aan twee in het equatoriale vlak.


Spoelfiguren hebben trekdraden gevormd naar de centromeren, elk naar één chromosoom van een chromosomenpaar.

Slide 26 - Tekstslide



Anafase I:
Spoelfiguren trekken chromosomen naar de polen.


Slide 27 - Tekstslide

Telofase I:
Door insnoering ontstaan twee haploïde cellen.

Chromosomen zijn wel nog verdubbeld!

Daarom: meïose II



Slide 28 - Tekstslide

Meïose II

Slide 29 - Tekstslide

Wat maakt ieder mens uniek?
Tijdens de meïose kunnen 223 verschillende combinaties van chromosomen worden gemaakt.
Ook nog crossing-over.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

BINAS 86D

Slide 32 - Tekstslide

Oögenese
Begint al vóór de geboorte inde eierstokken.
Ontwikkeling stopt tijdens Profase I.
Bij de rijping van een eicel wordt de meïose afgemaakt tot metafase II (die wordt pas na de bevruchting voltooid).
Eicellen zijn omgeven door follikelcellen uit het ovarium (de eierstok), het geheel heet een follikel.
Meerdere rijpingen, één (heel soms twee) eisprongen.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Spermatogenese
Begint vanaf de puberteit.
Zaadcellen worden gevormd in de 
zaadbuisjes van de testes (zaadballen). 
Vorming van 1 zaadcel duurt ongeveer 2 maanden.
Ze worden opgeslagen in de bijballen.
Bij zaadlozing ongeveer 3 mL vrij-> 350 miljoen zaadcellen
= 10 % van het sperma.



Slide 35 - Tekstslide

Zaadballen
Zaadcellen worden gevormd in
de testes, in de zaadbuisjes.
Deze zijn sterk gekronkeld.
Tussen de zaadbuisjes zitten
de cellen van Leydig (interstitiële
cellen), die produceren 
testosteron.

Slide 36 - Tekstslide

Zaadballen
Van buiten naar binnen vormen
de zaadcellen zich. 
Helemaal aan de binnenkant
zitten de voltooide zaadcellen,
die gaan richting de bijballen
mbv trilharen.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

aan de slag
1. Maak een begrippenlijst van 4.2
2. Maken en nakijken opdrachten 4.2
3. Lees 4.3 voor de volgende les
4. Maak de opdrachten op de volgende dia's

Controleer of je alle leerdoelen beheerst/ aan alle succescriteria voldoet. Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen. 2

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link

Slide 44 - Link