Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
V2 Kapitel 5 und 6 wiederholen
1 / 49
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
49 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Heute wiederholen wir die Grammatik und Wortschatz
von Kapitel 5 & 6
Beantworte die Fragen, die gestellt werden.
Slide 2 - Tekstslide
Richtig oder falsch:
De -fe- in feesttenten gebruiken we niet om een werkwoord te vervoegen.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Welke letter komt er in de tegenwoordige tijd achter de stam bij de du-vorm?
A
e
B
st
C
t
D
en
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer komt er geen -st achter de du-vorm maar alleen een -t?
A
Nooit.
B
Wanneer de stam eindigt op -e.
C
Wanneer de stam eindigt op een s-klank.
D
Wanneer het werkwoord eindigt op -ieren.
Slide 5 - Quizvraag
Richtig oder falsch?
De vervoeging van het werkwoord 'spielen' in de ihr-vorm is 'spielt'.
A
Richtig
B
Falsch
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer zetten we géén ge- voor een voltooid deelwoord?
A
Als het eindigt op -ieren.
B
Als het eindigt op -en.
C
Als het begint met ver-.
D
Als het begint met be-.
Slide 7 - Quizvraag
Maak het voltooid deelwoord van dit werkwoord: wünschen.
Slide 8 - Open vraag
Maak het voltooid deelwoord van dit werkwoord: atmen.
Slide 9 - Open vraag
Maak het voltooid deelwoord van dit werkwoord: komponieren.
Slide 10 - Open vraag
Vul de zin in:
(antworten)
Du ____ zu langsam!
A
antworte
B
antwortst
C
antwortest
D
antwortet
Slide 11 - Quizvraag
Vul de zin in:
(reiten)
Wann ______ deine Schwester?
A
reite
B
reitet
C
reitt
D
reiten
Slide 12 - Quizvraag
Vul de zin in:
(reden)
Hast du mit Max _______?
A
redest
B
redet
C
geredet
D
geredt
Slide 13 - Quizvraag
Vul de zin in:
(finden)
Wie _____ ihr das Fach Kunst?
A
findet
B
findest
C
finde
D
findt
Slide 14 - Quizvraag
Vul de zin in:
(atmen)
Warum ____ Kim so schnell?
A
atmt
B
atmen
C
atmest
D
atmet
Slide 15 - Quizvraag
Vul de zin in:
(zeichnen)
Hat sie den Mann _________?
A
gezeichent
B
gezeichnet
C
gezeichnen
D
zeichnet
Slide 16 - Quizvraag
Wortschatz
Kies of typ zo snel mogelijk de juiste vertaling van de woorden uit hoofdstuk 5 & 6.
Slide 17 - Tekstslide
De vertaling van ...
genoeg
A
warm
B
Entschuldigung
C
genug
D
kalt
Slide 18 - Quizvraag
De vertaling van ...
de aardappelen
A
die Kartoffeln
B
die Nudeln
C
die Pommes
D
das Essen
Slide 19 - Quizvraag
De vertaling van ...
de viool
A
das Klavier
B
die Gitarre
C
das Schlagzeug
D
die Geige
Slide 20 - Quizvraag
Vertaal:
het brood
Slide 21 - Open vraag
Vertaal:
saai
Slide 22 - Open vraag
Vertaal:
de rekening
Slide 23 - Open vraag
Vertaal:
de soep
Slide 24 - Open vraag
Vertaal:
de sinaasappelsap
Slide 25 - Open vraag
Vertaal:
naar de bioscoop gaan
Slide 26 - Open vraag
Vertaal:
gegeten
Slide 27 - Open vraag
De vertaling van ...
leider
A
helaas
B
jammer
C
af en toe
D
de leider
Slide 28 - Quizvraag
De vertaling van ...
bald
A
kaal
B
saai
C
bereiden
D
binnenkort
Slide 29 - Quizvraag
De vertaling van ...
der Imbiss
A
de opleiding
B
het graan
C
de snackbar
D
de knoedel
Slide 30 - Quizvraag
Vertaal:
abenteuerlich
Slide 31 - Open vraag
Vertaal:
kicken
Slide 32 - Open vraag
Vertaal:
zubereiten
Slide 33 - Open vraag
Vertaal:
die Ausbildung
Slide 34 - Open vraag
Vertaal:
vor 200 Jahren
Slide 35 - Open vraag
Vertaal:
begeistert
Slide 36 - Open vraag
der Hund /
das Schaf
die Katze
die Tiere
eine
ein
keine
Slide 37 - Sleepvraag
mijn
jouw, je
haar
zijn
ons, onze
jullie
hun
uw
ihr- (mv)
dein-
ihr- (ev)
mein-
euer-
Ihr-
sein-
unser-
Slide 38 - Sleepvraag
Wat is de juiste vertaling van...
jouw?
A
mein(e)
B
dein(e)
C
sein(e)
D
ihr(e)
Slide 39 - Quizvraag
Wat is de juiste vertaling van...
haar?
A
unser(e)
B
Ihr(e)
C
sein(e)
D
ihr(e)
Slide 40 - Quizvraag
Wat is de juiste vertaling van...
onze?
A
unser(e)
B
eure
C
euer
D
ihr(e)
Slide 41 - Quizvraag
Wat is de juiste vertaling van...
hun?
A
eure
B
sein(e)
C
mein(e)
D
ihr(e)
Slide 42 - Quizvraag
Vul de zin in
(jouw)
Wie schmeckt ______ Cola?
Slide 43 - Open vraag
Vul de zin in
(zijn)
Das ist _____ Bruder.
Slide 44 - Open vraag
Vul de zin in
(onze)
_____ Hobbys sind Hockey spielen und reiten.
Slide 45 - Open vraag
Vul de zin in
(uw)
Wo wohnt _____ Stiefmutter?
Slide 46 - Open vraag
Vul de zin in
(geen)
Nein, ich habe ____ Geschwister.
Slide 47 - Open vraag
Vul de zin in
(een)
Ich nehme _____ Eis.
Slide 48 - Open vraag
Zeit übrig?
Kies:
- Ga aan de slag met WRTS/Quizlet/Slim Stampen
- Maak de oefentoets op Classroom
- Bekijk de uitlegvideo's nog een keer op Classroom
Slide 49 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H2 Kapitel 5 und 6 wiederholen
Maart 2023
- Les met
43 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Zwakke werkwoorden
Januari 2024
- Les met
48 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Neue Kontakte Kap. 4 bkgt
Juni 2023
- Les met
37 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Neue Kontakte Kap. 4 WH
Maart 2023
- Les met
43 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Kapitel 3, Teil 1
September 2023
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
NK7e, K.6 Grammatik D: ww. stam op -d/-t
Oktober 2021
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
H2 Grammatik von Kapitel 4 und 5 wiederholen
Januari 2021
- Les met
11 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2HV/2V Regelmatige werkwoorden herhaling
November 2021
- Les met
37 slides
Duits
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2