1.8 spelling

1.8 spelling (blz. 77)
Planning:
- Lesdoel: Je kunt de persoonsvorm in een samengestelde zin correct spellen.
- Huiswerk bespreken
- Instructie + maken opdracht 2 t/m 6
- Lesafsluiting
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
nederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

1.8 spelling (blz. 77)
Planning:
- Lesdoel: Je kunt de persoonsvorm in een samengestelde zin correct spellen.
- Huiswerk bespreken
- Instructie + maken opdracht 2 t/m 6
- Lesafsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Maak opdracht 1 op de volgende manier (denken, delen, uitwisselen)

Denken: maak opdracht 1 zelfstandig
Delen: bespreek opdracht 1 in je groepje
Uitwisselen: bespreek klassikaal jullie antwoorden met de docent. 

Slide 2 - Tekstslide

Theorie
Bekijk het filmpje op de volgende dia over enkelvoudige en samengestelde zinnen. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Lezen
  1. Theorie blz. 79 lezen/ bespreken.
  2. Tekst 1 blz. 77 lezen.
  3. Tekst 2 blz. 78 lezen.  

Slide 5 - Tekstslide

Aan het (huis)werk!
Maak opdracht 2 t/m 6. We bekijken even samen de opdrachten.

Na circa 10 min. worden opdracht 2 en 3 nagekeken. Dan kun je vervolgens opdracht 4 ook invullen. 

Slide 6 - Tekstslide

Afsluiting
  • Waaraan herken je een samengestelde zin? 
  • In hoeverre is de theorie duidelijk voor je? Geef jezelf een cijfer. 
Huiswerk: opdracht 5 en 6 maken. 
Vooruitblik: HF 1.8 leestekens

Slide 7 - Tekstslide

Les 2
Planning:
- Lesdoel: je kunt leestekens goed gebruiken. 
- Voorkennis activeren.
- Theorie leestekens gebruiken + opdracht 7 t/m 10 maken.
- Lesafsluiting

Slide 8 - Tekstslide

Voorkennis
Welke leestekens ken je al?
Weet je ook waar deze kunt toepassen?

Slide 9 - Tekstslide

Theorie
We bekijken het filmpje op de volgende dia m.b.t. leestekens.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Aan het (huis)werk!
  • Als je het fijn vindt, lees je nog een keer de theorie op blz. 81.
  • Maak opdracht 7 t/m 10 (opdracht 9 mag). Sommige opdrachten maak je samen met een klasgenoot.
  • Na circa 10 minuten maken we klassikaal opdracht 11 en 12.
  • Klaar? Steropdracht 9 maken of de woordjes leren.

Slide 12 - Tekstslide

Lesafsluiting
  • Weet je hoe je de leestekens goed moet gebruiken?
  • Ben je klaar voor de toets? Wat wil je nog herhalen?
  • Vooruitblik: Oefenen voor de toets.

Slide 13 - Tekstslide

Les 3/ Herhalingsles
Planning:
- Lesdoel: herhalen van grammatica & spelling.
- Terugblik vorige les.
- Herhaling/ oefenen grammatica & spelling.
- Kies uit 3 mogelijkheden deze les. 
- Afsluiting.

Slide 14 - Tekstslide

Is alles duidelijk?
De docent bespreekt welke onderdelen er in de toets naar voren komen.
Alles je alles snapt, maak je een keuze uit de volgende mogelijkheden: 

Slide 15 - Tekstslide

Keuzeopdrachten
Kies uit:
1. Test jezelf HF 1.5, 1.7 & 1.8.
2. Woordtrainer online oefenen. 
3.  'Versterk jezelf' kies uit: zinsontleding of werkwoordspelling.

Slide 16 - Tekstslide

Herhaling grammatica
1. Onderstreep de pv en zet zinsdeelstrepen, ook de dubbele: 
- Dilan schuurde de plinten en Jason plakte de randen af, terwijl hun moeder bij de bouwmarkt verf ging halen.

2. Benoem de hoofdzinnen en de bijzinnen: 
- Toen Nick belde nam Mara op en luisterde Tofik op de achtergrond mee.






Slide 17 - Tekstslide

Herhaling grammatica 2
1. Noteer de voegwoorden uit de volgende zin:
Seinde Otto naar John terwijl hij het lokaal binnenkwam, of gaf hij gewoon een knipoog aan Cindy? 






Slide 18 - Tekstslide

Grammatica extra oefenen
Zelfstandig oefenen? 
Keuze 1: Maak Test jezelf HF 1.7.
Keuze 2: 'Versterk jezelf' kies uit: zinsontleding

Slide 19 - Tekstslide

Herhaling spelling
Noteer de juiste werkwoordspelling:
Er .... (zijn – tt) bewijs geleverd dat een slecht handschrift in je nadeel is. In
onderzoek...... (worden – tt) dat tot de bodem uitgezocht. Een leraar
......... (beoordelen – tt) een leerling slechter als die een slecht handschrift (hebben tt).

Slide 20 - Tekstslide

Herhaling spelling 2
Schrijf de zin met goede leestekens. Zet waar nodig een punt, komma, dubbele punt, aanhalingsteken, vraagteken of uitroepteken.
Morgen heb ik drie toetsen Nederlands Engels en wiskunde ja ik bel je morgen dan had je tijd om te kletsen toch

Slide 21 - Tekstslide

Spelling extra oefenen
Zelfstandig oefenen? 
Keuze 1: Maak Test jezelf HF 1.8.
Keuze 2: 'Versterk jezelf' kies uit: werkwoordspelling.
Keuze 3: Zie filmpje met uitleg hieronder of de dia's. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Afsluiting
Wat ga je nog extra goed oefenen om je voor te bereiden op de toets?

Vooruitblik: Toets W/G/S.

Slide 26 - Tekstslide