241206 Grammatica ws §14

Welkom V2b!
Deze spullen heb ik nodig:

  • leesboek
  • iPad
  • (schrift)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom V2b!
Deze spullen heb ik nodig:

  • leesboek
  • iPad
  • (schrift)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Mededeling (1 min)

  • Uitleg voornaamwoord: betrekkelijk (25 min)

  • Voorlezen tekstje over 'de spin in de hoek van de kamer' (10 min)

Slide 2 - Tekstslide

Mededeling
Dinsdag 16 december

SO Woordsoorten §2, 4, 6, 8, 10, 12 en 14

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Deze woordsoorten ken ik al:
  • Voornaamwoorden: persoonlijk, bezittelijk, wederkerend, wederkerig, vragend, aanwijzend, onbepaald
  • Telwoorden: hoofd- en rangtelwoorden, bepaald/onbepaald
  • Voegwoorden: onderschikkend / nevenschikkend

Dit leer ik vandaag:
  • Betrekkelijk voornaamwoord

Slide 4 - Tekstslide

Het betrekkelijk voornaamwoord






Betrekkelijk voornaamwoord = betr. vnw 

Slide 5 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord
Een betrekkelijk voornaamwoord verwijst naar een woord (of woorden)
dat eerder in de zin genoemd is.

Het eerder genoemde woord (of woorden) noem je een antecedent.

Het antecedent staat meestal vlak voor het betrekkelijk voornaamwoord.

De man die in het ziekenuis lag, is weer beter.
betr. vnw: die want die verwijst naar een woord dat eerder in de zin genoemd is
antecedent: de man want de man is het eerder genoemde woord en staat vlak voor het betr. vnw

Slide 6 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord
  • Die
  • Dat
  • Wie 
  • Wat
  • Welke
  • Hetgeen

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord en het antecedent?:
'De boom die omgevallen is, rot weg.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord en het antecedent?:
De burgemeester gaf een prijs aan de winnaar van het voetbalelftal dat kampioen was geworden.

Slide 9 - Open vraag

Is dit pand, dat al een jaar leegstaat, bestemd voor de jeugd, die graag een clubhuis wil?

Slide 10 - Open vraag

Betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
Soms heeft het betrekkelijk voornaamwoord al een antecedent in zich:

Wie (= degene die) een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok.

Wat (= datgene wat) in het vat zit, verzuurt niet




Slide 11 - Tekstslide

Wie en Wat?
Wie -> betr. vnw of vr. vnw?
Betr. vnw --> wie vervangbaar door degene die
Vr. vnw --> bij een (in)directe vraag

Wat? --> betr. vnw of vr. vnw? (Of... onbep. vnw)
Betr. vnw --> wat vervangbaar door datgene wat
Vr. vnw --> bij een (in)directe vraag 

Slide 12 - Tekstslide

Even oefenen
  1. Overleg je wat je wilt bereiken, wel eerst met het bestuur, dat over de zaak beslist?

  2. De man aan wie ik het contract dat ik tekende, heb toegestuurd, is het kwijtgeraakt.

  3. Vannacht gaat het flink sneeuwen, wat voor veel overlast zal zorgen.
timer
2:30

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
Maak online van cursus 5 - §14
Opdracht 1 en 3

timer
7:00

Slide 14 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Mededeling (1 min)

  • Uitleg voornaamwoord: betrekkelijk (25 min)

  • Voorlezen tekstje over 'de spin in de hoek van de kamer' (10 min)
    Zine-eddine, Ahaana, Mees

Slide 15 - Tekstslide

Volgende les
Volgende les:
  • werkwoorden in samengestelde zinnen



Slide 16 - Tekstslide