Week 44 Nederlands 3 havo

Nederlands 3 havo week 44
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 3 havo week 44

Slide 1 - Tekstslide

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken in de les

Algemene afspraken m.b.t. corona!


  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek en pen/papier.
  • Spullen niet op orde: BV op Magister. 
  • Huiswerk niet op orde: HV op magister (ook als je huiswerk voor een deel af is).
  • Mobiele telefoons => bij start van de les in je tas. Een mobiele telefoon is alleen toegestaan als de docent het aangeeft.
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 3 - Tekstslide

Plattegrond invoegen

Slide 4 - Tekstslide

PTD rapportperiode 1

Slide 5 - Tekstslide

PTD rapportperiode 1

Slide 6 - Tekstslide

Woorden van de week


Slide 7 - Tekstslide

Woordenschat 
  1. Legendarisch: gedenkwaardig, heel beroemd
  2. Ondervinden: ervaren
  3. Onhandelbaar: dwars, eigenzinnig, slecht te sturen
  4. Stadium: fase in een proces
  5. Zich bekommeren om: zich zorgen maken om

Slide 8 - Tekstslide

Week 44  1 november t/m
5 november 2020
Agenda
  • Huiswerk week 44: .......
  • Code LessonUp: ftozd
  • Woensdag 18 november: so spelling
  • Woensdag 25 november: so over twee boeken. 

Slide 9 - Tekstslide

Maar eerst...
 even ontspannen met een goed boek!

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze week:

  • leer je wat een plot is en leer je waaraan een goede tekst moet voldoen

  •  

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Controleer je huiswerk van week 43. De antwoorden bespreken we in de les!

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Klassikaal
Maken



Opdracht 3 en 4 bladzijde 101

Slide 16 - Tekstslide

Weektaak fictie
  • Lees de uitleg op bladzijde 98 en 100
  • Maak opdracht 1, 2, 5 en 6   op bladzijde 98 t/m 101


Slide 17 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
  • Weet je wanneer je wel of geen -n gebruikt?
  • Weet je wanneer je een een tussen -s schrijft?
  • Weet je aan welke eisen een goed plot moet voldoen?

Slide 18 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
Week 43


Slide 19 - Tekstslide

23. Stijl opdracht 1 & 2 (p. 95)
1) Als je naar de schrijfstijl kijkt, dan let je op kenmerken als zinsbouw, woordkeuze, beeldspraak, ruimtebeschrijving en dialoog.

2)a De ik-persoon omschrijft de ruimte heel uitgebreid. Hij besteedt veel aandacht aan alle objecten in het huis. Ook gebruikt hij beeldspraak om een bepaalde sfeer op te roepen bij de lezer (‘Alsof ik iemand was die …’).
 b Bijvoorbeeld: Ja, want Merlijn is daar om te ontdekken wie zijn creditcard heeft gebruikt. Hij wil erachter komen wie die Magnus is. Hij wil een beeld van hem krijgen. Nu hij bij Magnus thuis is uitgenodigd, gebruikt hij die gelegenheid om aan de hand van de inrichting een beter beeld van de man te krijgen.

Slide 20 - Tekstslide

23. Stijl opdracht 4, 5 en 6 (p. 95)
4 Dat stijl subjectief is, betekent dat iedereen een andere stijl mooi vindt. De ene stijl is niet beter dan de andere, want verschillende mensen hebben een verschillende smaak.

5 Met de uitspraak ‘Dat vind ik geen stijl’ wordt bedoeld dat de spreker het niet netjes vindt wat een ander doet.

6 De witte bergen zijn hooibalen waar een wit zeil over ligt.

Slide 21 - Tekstslide

23. Stijl opdracht 7, 8 en 9 (p. 95)
7  ‘Zo, schimmig, heeft de berg iets van een bruidstaart. Laurens en Pim zijn het suikerpostuurtje erbovenop.’
  ‘Die middag waren Laurens en hij zich blijven gedragen als katten die net gejongd hadden.’
  ‘Pim en Laurens hebben plaatsgenomen in een tractorwiel dat plat op de hoge berg ligt, zoals in een zwemband, benen over de rand.’
  ‘Ze waren de maffiosi van de landbouwindustrie.’

8 Het tempo in Het smelt is traag. Dat komt doordat de handelingen worden onderbroken door herinneringen. Dit zorgt ervoor dat je langer leest dan dat de handeling geduurd zou hebben.

9 Haar Vlaamse achtergrond is te zien aan woorden als: mijn regels, plastiek, dollekoeienziekte.



Slide 22 - Tekstslide

OK!
Als je hier bent aangekomen, dan heb je je weektaak Nederlands afgemaakt!!!
 

Slide 23 - Tekstslide