V2 Thema 3 BS 3.8

Thema 3: de bloedsomloop
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 3: de bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide

Doel BS 3.8
* Je kunt beschrijven waarin bloedgroepen van elkaar verschillen

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen BS 3.8
Bloedgroep
antigeen A
antigeen B
bloedfactoren
bloedtransfusie

Slide 3 - Tekstslide

Antistoffen in bloedplasma
Bloedgroep A                 Bloedgroep AB
Anti-B                                                   geen



Bloedgroep B                    Bloedgroep 0
Anti-A                               Anti-A en Anti-B

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bloedtransfusie
Klontering moet je vermijden bij een bloedtransfusie.

De antistoffen uit het donorbloed spelen maar een verwaarloosbare rol, het gaat vooral mis door de antistoffen bij de ontvanger!

Bij bloedtransfusie wordt bloed zonder witte bloedcellen gedoneerd.




Slide 6 - Tekstslide

Bloedgroepen
Bloedtransfusie

Slide 7 - Tekstslide

Welke bloedgroep kan aan alle bloedgroepen bloed doneren?
A
bloedgroep AB
B
bloedgroep A
C
bloedgroep B
D
bloedgroep 0

Slide 8 - Quizvraag

Welke cellen zorgen ervoor dat je een allergie hebt?
A
Witte bloedcellen
B
Bacteriën
C
Virussen

Slide 9 - Quizvraag

Welke bloedgroep kan van alle bloedgroepen bloed ontvangen?
A
bloedgroep AB
B
bloedgroep A
C
bloedgroep B
D
bloedgroep 0

Slide 10 - Quizvraag

BLOEDFACTOREN
Op de rode bloedcellen zitten bloedfactoren : eiwit op celmembraan, 2 types: A en B

Die bij andere bloedgroepen als lichaamsvreemd worden gezien

Slide 11 - Tekstslide

BLOEDPLASMA
bevat antistoffen gemaakt door witte bloedcellen, tegen bloedfactoren die niet op de rode bloedcellen voorkomen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

antigeen A
antigeen A op rode bloedcel
de witte bloedcellen kunnen anti- B maken

Slide 14 - Tekstslide

Bloedgroepen
antigeen A op membraan rode bloedcel: bloedgroep A
antigeen B : bloedgroep B
Beide antigenen: bloedgroep AB 
Geen antigenen: bloedgroep O 

Slide 15 - Tekstslide

Bloedgroepen
Bloedtransfusie

Slide 16 - Tekstslide

Anja heeft bloedgroep O, welke antistoffen tegen bloedgroepantigenen heeft Anja in haar bloed?
A
alleen anti B
B
alleen anti-A
C
anti B en anti A
D
geen antistoffen

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een universele donor
A
bloedgroep A
B
Bloedgroep AB
C
Bloedgroep B
D
Bloedgroep O

Slide 19 - Quizvraag

Bloed krijgen en geven
Bloedgroep 0 = universele donor.

Bloedgroep AB = universele acceptor.

Slide 20 - Tekstslide

Begrippen BS 3.8
Huiswerk: zet in agenda:

Maak een samenvatting van BS 3.8, lever in op Classroom
Maak opdrachten 1 t/m 5 van de online methode
Bloedgroep
antigeen A
antigeen B
bloedfactoren
bloedtransfusie

Slide 21 - Tekstslide

Toets
Toets Thema 3 vrijdag 26 november
VWO: BS 3.1 tm 3.8, schriftelijk, telt 3 x


Slide 22 - Tekstslide