Les 5 bedrijfsleider cassusen

• IBS bedrijfsleider
• MBO
• Studiejaar 2

Les 5 bedrijfsleider cassusen

Wat gaan we vandaag doen?

1. Herhaling
2. Casussen
3. Opdracht (aan de wandel)
4. Afsluiting

Welke stappen onderneem je in een goede instructie (Het zijn er 7)

Hoe ziet een instructie eruit?

1.  Vertellen waar het over gaat/ doel aangeven
2. Voorkennis peilen
   
3. Instructie mondeling toelichten of voor doen
   
4. Controleren of de instructie duidelijk is
   
5. Uitvoeren
   
6. Controleren
   
7. Nabespreken/ feedback geven

Welke regels zijn er rondom Feedback geven? (het zijn er 5)

FEEDBACK GEVEN REGELS

1. Met welke bedoeling geef je feedback?
2. Vraag de ander om toestemming
3. Gedrag (te laat komen), gevolg (iedereen moet wachten), gevoel (teleurgesteld), gewenst gedrag ( op tijd komen)
4. Laat de ander reageren
5. Geldt ook voor positieve feedback =echt belangrijk!

Benoem minstens 5 signalen van demotivatie.

Signalen van demotivatie

1. Regelmatig te laat
2. onverschillig
3. steeds meer fouten maken
4. afspraken niet nakomen
5. taken uitstellen
6. twijfelt aan het nut van zijn/haar taken
7. Steeds vaker ziek
8. Steeds klagen

Theorie 

We gaan nu meerdere casussen bespreken met elkaar. 

Deze casussen gaan over allerlei situaties die je op de werkvloer als bedrijfsleider kan of gaat meemaken.

Casus 1

Je medewerker heeft de verkeerde producten besteld, waardoor er voor meer dan 1200 euro aan overbodige producten is geleverd. Deze kunnen niet meer terug gestuurd worden.

Hoe zou je reageren?

Je wordt boos en ontslaat hem

Je toont begrip en gaat zelf opzoek

Je toont begrip maar ontslaat hem wel

Je toont begrip en geeft de medewerker de mogelijkheid om zelf naar een oplossing te zoeken

Hoe zou je jou reactie aanpakken? Leg uit.

Casus 2

Een van je medewerkers is vandaag voor de 4de keer op rij 20 minuten te laat aangekomen op het werk. 

Wanneer je hem voor de 4de keer op rij hierop aanspreekt, schiet hij uit zijn slof. Hij vind dat je niet zo moet zeiken aangezien die wel gewoon zijn werk afmaakt.

Hoe reageer je?

Je schiet ook uit je slof en gaat er met veel tegengas tegenin waardoor het escaleert en hij ontslag neemt

Je laat hem uitrazen en doet er voor de rest niks mee

Je laat hem uitrazen en spreekt hem later op de dag aan en ontslaat hem omdat hij niet zo tegen jou mag praten

Je laat hem uitrazen, zoekt hem na 30 minuten op, toont begrip en zoekt samen naar een oplossing

Hoe zou je je jou reactie aanpakken? Leg uit!

Casus 3

Je merkt dat 1 van je medewerkers geregeld tussen taken in op haar mobiel zit en hierdoor maakt ze taken niet netjes af, loopt ze achter op de planning en heeft ze te weinig tijd om alle taken af te krijgen. 

Hoe reageer je?

Je pakt haar mobiel af en gooit hem kapot. Probleem opgelost!

Je spreekt haar aan en maakt met haar de afspraak dat ze tijdens werk niet op haar mobiel mag

Je spreekt haar en probeert te begrijpen waar ze zoveel op haar mobiel zit en haar taken niet serieus neemt

Je spreekt haar aan en ontslaat haar per direct voor haar slechtte werkhouding

Hoe zou je je jou reactie aanpakken? Leg uit!

Opdracht 

Aan de wandel!!!

Er liggen verspreid 7 casussen door het lokaal. 

Ga individueel of met zijn tweeën langs al deze casussen en bespreek ze doormiddel van onderstaande vragen aan elkaar te stellen:

1. heb je dit zelf al eens meegemaakt?
2. Hoe zou jij reageren en hoe zou je dit aanpakken

Schrijf dit vervolgens op en ga door naar de volgende casus.

Naderhand bespreken we ze allemaal!

Casus 1

Je krijgt te horen dat 1 van je medewerkers naast zijn normale pauzes, vaak rookpauzes inlast zonder overleg. 

Casus 2

Na enige tijd krijg je in de gaten dat veel cavia's weinig energie hebben, sloom zijn en weinig eten. Je komt er dan achter na een kleine rondvraag onder je werknemers, dat 1 van je werknemers konijnenvoer geeft aan de cavia's. 

Casus 3

Het valt je op dat 1 van je medewerkers steeds eerder klaar is met zijn taken. Je gaat na wat die taken zijn en controleert ze. Je komt er dan achter dat de taken maar voor de helft zijn gedaan en dat de medewerkers bijna niks schoonmaakt.

Casus 4

Er is een klacht binnen gekomen van een klant over een medewerker van je. In deze klacht geeft de klant aan dat je medewerker onbeleefd is geweest naar haar. 

Casus 5

Je hoort dat 1 van je medewerkers roddelt achter je rug om over jou. In deze roddels wordt gezegd dat je te streng bent en je eens wat losser moet zijn over bepaalde regels.

Casus 6

Op vrijdag kom je er achter dat er bepaalde taken niet zijn uitgevoerd deze week. Je controleert hoe dit komt en komt er achter dat een van je medewerkers niet snel genoeg werkt. 

Deze medewerker komt maandag pas weer voor het eerst werken.

Casus 7

Een van je medewerkers spreekt je aan over het feit dat hij zich verveelt tijdens het werk. Hij benoemt dat hij er over na zit te denken om ontslag te nemen en bij de concurrent te gaan werken. 

Heb je vandaag iets geleerd wat je gelijk vrijdag of volgende week in de verzorguren kan toepassen?