In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
KGT 2 Herhaling H3
Pincode 6de editie
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een arbeidsmarkt?
A
Dat zijn alle mensen die werk zoeken.
B
Dat zijn alle mensen die werken of werk zoeken en alle banen en vacatures bij bedrijven.
C
Dat zijn alle mensen die werken.
D
Dat zijn alle mensen die werken of werk zoeken
Slide 2 - Quizvraag
Wat spreek je af met je baas voor je komt werken? (1 woord)
Slide 3 - Woordweb
Voor de meeste beroepen is een opleiding nodig (geschoold werk). Voor sommige beroepen is geen opleiding nodig (ongeschoold werk). Geef bij elk beroep aan of het geschoold of ongeschoold werk is.
vrachtwagenchauffeur
A
Geschoold
B
Ongeschoold
Slide 4 - Quizvraag
Verpleegkundige
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk
Slide 5 - Quizvraag
Is aardbeien plukken een voorbeeld van geschoold of ongeschoold werk?
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Video
Bij arbeidsverdeling doet iedereen.......werk
A
hetzelfde
B
ander
Slide 8 - Quizvraag
Staafdiagram
Je kunt gemakkelijk aflezen welk percentage van de ondervraagde groep mensen kiest voor een type huisdier.
Slide 9 - Tekstslide
Staafdiagram
Dit is een staafdiagram horizontaal. Deze gebruiken we bijna nooit.
Slide 10 - Tekstslide
cirkeldiagram
Totaal zitten er 8000 dieren in de opvang.
Hoeveel katten zijn dit?
Slide 11 - Tekstslide
uitleg
Katten is 44%
Totaal aantal dieren is 8000
8000:100= 80
80 x 44 = 3520 katten
Hoeveel katten zijn dit?
Slide 12 - Woordweb
Pieter is leraar economie...
A
werkgever
B
werknemer
Slide 13 - Quizvraag
Hans heeft een klusbedrijf ...
A
werkgever
B
werknemer
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een manager
A
Werknemer
B
Werkgever
C
Vacature
D
Voltijdbaan
Slide 15 - Quizvraag
§ 4.3 In een arbeidsovereenkomst staan
A
rechten werknemer & plichten werkgever
B
rechten werkgever & plichten werknemer
C
rechten & plichten werkgever & werknemer
D
afspraken over loon & werktijden
Slide 16 - Quizvraag
Je ontvangt 8% vakantiegeld per jaar. Je salaris is €2500 per jaar. Hoeveel vakantiegeld ontvang je?
Slide 17 - Open vraag
Pietje verdient 1800,- per maand en krijgt 8% vakantiegeld. Hoeveel vakantiegeld krijgt Pietje per jaar?
Slide 18 - Open vraag
Hoe bereken je het nettoloon?
A
Brutoloon - inhoudingen
B
Brutoloon + inhoudingen
C
Brutoloon - vakantiegeld
D
Brutoloon + vakantiegeld
Slide 19 - Quizvraag
Nettoloon
Het loon dat je ontvangt op je betaalrekening
Nettoloon = brutoloon - inhoudingen
Brutoloon = nettoloon + inhoudingen
Inhoudingen = brutoloon - nettoloon
Slide 20 - Tekstslide
Nettoloon berekenen
Mevrouw Reinders krijg €2850 brutoloon. Er wordt €850 ingehouden op haar loon. Wat is haar nettoloon?
Brutoloon - inhouden = nettoloon
€ 2850 - € 850 = € 2000 netto loon
Slide 21 - Tekstslide
Berekenen nettoloon
Brutoloon
- belastingen
- premies
= nettoloon
Stel dat je een brutoloon van €2.400 hebt. Daarop wordt €120 belasting ingehouden. De sociale premies zijn 7,8%.
Bereken je nettoloon.
Brutoloon-inhoudingen=nettoloon
€ 2400 : 100 X 7,8 = € 187,20
€ 2400 - € 120 - € 187,20 = € 2092,80
Slide 22 - Tekstslide
Maken opgave 35
blz 78
Maak deze nog een keer
Slide 23 - Tekstslide
Gaat over veilige arbeidsomstandigheden.
Gaat over werk en rusttijden.
Voor jongeren gelden andere/aanvullende regels.
Verbiedt ongezonde werkomgevingen
Arbowet
Arbeidstijdenwet
Slide 24 - Sleepvraag
Slide 25 - Video
Als je werkloos bent kun je je inschrijven bij het ...
A
VWU
B
VUW
C
WVU
D
UWV
Slide 26 - Quizvraag
maak vraag 45 blz 80
A
Friesland en Groningen
B
Noord-Brabant en Utrecht
C
Zeeland en Midden-Limburg
D
Zuid-Holland en Flevoland
Slide 27 - Quizvraag
Waarom kunnen er veel mensen werkloos raken door technologische ontwikkelingen?
Slide 28 - Open vraag
Bekijk het lijndiagram in de bron. Wanneer steeg de jeugdwerkloosheid het meest?