Lesweek 4: les 2

Lesweek 4: les 2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesweek 4: les 2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je legt uit wat het verschil is tussen garantie en service. 
  • Je benoemt de verschillende assortimentsdimensies. 
  • Je past de assortimentsdimensies toe.  

Slide 2 - Tekstslide

Service en garantie
  • Garantie houdt in dat de producent/verkoper ervoor instaat dat het product aan de beloofde eisen. Bijv.: Als je garantie hebt op een product en het gaat kapot binnen de garantie, dan word het verzekerd door het bedrijf.
  • Service is een andere benaming voor dienstverlening. Naast het leveren van het product kunnen ook problemen opgelost worden en klachten behandeld worden. 

Slide 3 - Tekstslide

Welke service kan een sportschool leveren?

Slide 4 - Woordweb

Welke begrippen horen wel bij de productmix?
 assortiment
fysiek product
 merknaam
prijs
 verpakking
 service en garantie
 kwaliteit
klachtenafhandeling
marketing
plaats
promotie

Slide 5 - Sleepvraag

Als een product binnen een vooraf afgesproken termijn kapot gaat, zorgt de fabrikant ervoor dat het kosteloos wordt gerepareerd.

Van welk element van de productmix is dit een beschrijving?
A
Garantie
B
Kwaliteit
C
Service

Slide 6 - Quizvraag

Welk element behoort tot de productmix?
A
Distributie
B
Reclame
C
Service

Slide 7 - Quizvraag

Assortimentdimensies
Breedte - breed of smal
Diepte - diep of ondiep
Lengte - lang of kort
Hoogte - laag of hoog
Consistentie - consistent of inconsistentie 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Waardoor wordt een ondiep assortiment gekenmerkt
A
Artikelen met een lage omzetsnelheid.
B
Artikelen met een lage gemiddelde voorraad
C
Artikelen met weinig productvarianten

Slide 10 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met het begrip breedte van het assortiment?
A
Het aantal eenheden dat per variatie per artikel in voorraad wordt gehouden
B
Het aantal verschillende artikelgroepen dat wordt gevoerd
C
Het aantal verschillende artikelen dat per groep wordt gevoerd

Slide 11 - Quizvraag

Bij welk voorbeeld is er sprake van productieverwantschap?
A
Een groothandel in tuinmeubels levert tuinstoelen met zitkussens
B
Een melkfabriek verkoopt melk en karnemelk
C
Een groothandel in koffie levert ook koeken voor bij de koffie

Slide 12 - Quizvraag

Productieverwantschap
Consumptieverwantschap
Koopverwantschap
brood en koffie
brood en gebak
brood en beleg

Slide 13 - Sleepvraag

De aard en mate samenhang van het assortiment noem je ook wel..
A
artikelvariëteit
B
consistentie
C
assortimentsbeleid
D
kernassortiment

Slide 14 - Quizvraag


Het aantal varianten binnen een groep noem je de [...] van het assortiment.
A
hoogte
B
diepte
C
breedte
D
lengte

Slide 15 - Quizvraag

Als je het aantal artikelen dat een winkel in voorraad heeft aanpast, dan verander je de [...] van het assortiment.
A
diepte
B
hoogte
C
breedte
D
lengte

Slide 16 - Quizvraag