In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Paragraaf 1.5
Veenendaal. P
13-10-2023
Boek en laptop op tafel (dicht)
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Leerdoelen
Zelfstandig werken huiswerk
Checken 1.3/1.4
Uitleg
Opdracht bronnengebruik
HW maken
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik weet dat we niet alles over het verleden te weten kunnen komen
Ik kan een goede vraag bedenken bij een bron
Ik weet hoe ik een antwoord op moet schrijven bij een bronvraag
Slide 3 - Tekstslide
Zelfstandig in stilte werken
Huiswerk 27-10: paragraaf 1.5 (af)
Zonder muziek en alleen
timer
20:00
Slide 4 - Tekstslide
Vul de gaten in: "Het maken van producten van een grondstof heet (1). Dorpen groeiden uit tot steden met een bestuur. Een (2) was in dienst van het bestuur en zorgde bijv voor het innen van belastingen. Rond 3100 v.C kreeg één bestuurder de macht in Egypte, zo ontstond een gebied met duidelijke grenzen. Oftewel een (3).
Slide 5 - Open vraag
Uitspraak: 'De uitvinding van het Hiërogliefenschrift in Egypte, is een logisch gevolg van het ontstaan van steden.'
A
Eens
B
Oneens
Slide 6 - Quizvraag
Het geloof in meerdere goden noem je ...
Slide 7 - Open vraag
Waarom was de farao belangrijk voor de godsdienst in Egypte? Noem 2 redenen
Slide 8 - Open vraag
irrigatielandbouw
ruilhandel
de farao
slaaf
belasting betalen aan
Veel werken zonder rechten
het kopen/verkopen door spullen te ruilen
landbouw met kunstmatige bevloeiingen
Slide 9 - Sleepvraag
Bedenk een goede vraag bij de volgende bronnen uit paragraaf 1.5: bron 1, 3 & 4
Slide 10 - Open vraag
Onderzoek doen & bronnen
Een historicus doen onderzoek met behulp van bronnen. Voorbeeld?
Een historicus kan om 2 redenen niet alles over het verleden te weten komen:
Uit sommige tijden en op sommige plekken zijn er weinig of geen overblijfselen
Het is vaak lastig om overblijfselen goed te begrijpen. zo weet je vaak niet waarvoor mensen iets gebruikten of waarom ze iets deden
Bronvraag op de toets/in het boek: 1) lees de bron 2) geef antwoord op de vraag mbv de bron 3) verwijs in je antwoord naar de bron.
Bijv: "2 kenmerken van de leefwijze van jagers-verzamelaars is het leven in kleine groepen en simpele hutjes. In bron 1 zie je namelijk kleine groepen mensen en simpele hutjes van stro."
Slide 11 - Tekstslide
Maken opdracht bronnengebruik (mag met overleg)
Vraag 1: zie formulier
Slide 12 - Tekstslide
Zelfstandig werken/samenwerken
Huiswerk 27-10: paragraaf 1.5 (af)
Mag met muziek
timer
20:00
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik weet dat we niet alles over het verleden te weten kunnen komen
Ik kan een goede vraag bedenken bij een bron
Ik weet hoe ik een antwoord op moet schrijven bij een bronvraag