Voltooid deelwoord
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
brandweerlieden
A
enkelvoud
B
meervoud
Slide 3 - Quizvraag
de pakken rijst
A
enkelvoud
B
meervoud
Slide 4 - Quizvraag
Wat is juist?
A
De kudde heeft het bos bereikt.
B
De kudde hebben het bos bereikt.
Slide 5 - Quizvraag
de klas
A
enkelvoud
B
meervoud
Slide 6 - Quizvraag
een verliefd stelletje
A
enkelvoud
B
meervoud
Slide 7 - Quizvraag
Wat is juist?
A
De klas liepen naar de volgende les.
B
De klas liep naar de volgende les.
Slide 8 - Quizvraag
hersenen
A
enkelvoud
B
meervoud
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Link
Slide 11 - Tekstslide
Wat is een voltooid deelwoord?
A
werkwoord
B
de , het , een
C
persoonsvorm
D
zelfstandig naamwoord
Slide 12 - Quizvraag
Wat is geen voltooid deelwoord?
A
geslapen
B
geweest
C
blijven
D
gegeten
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord van hebben?
Slide 14 - Open vraag
Voltooid deelwoord van
worden
worden
Slide 15 - Open vraag
Voltooid deelwoord van 'behandelen'
A
behandeld
B
behandelt
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord van doen?
Slide 17 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord?
Slide 18 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord?
A
is
B
gestruikeld
Slide 19 - Quizvraag
Wat zijn voltooide deelwoorden?
A
schrijven
B
gedacht
C
fietsen
D
verteld
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het voltooid deelwoord?
Slide 21 - Open vraag
Voltooid deelwoord van 'sporten'
A
gespord
B
gesport
Slide 22 - Quizvraag
Een voltooid deelwoord ...
A
staat altijd aan het begin van een zin
B
staat vaak in het midden van een zin
C
staat meestal aan het eind van een zin
