5.3. Marketing 3A

Economie Atheneum jaar 3
5.3. Marketing
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Economie Atheneum jaar 3
5.3. Marketing

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • Uitleg 5.3.
  • Aan de slag: vraag 1 (opwarmertje) en vraag 2 ( verdieping)
  • Slogans herkennen
  • Groepsopdracht
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
  • Balans opstellen
  • Balansposten opnoemen
  • Financieringsbegroting 
  • Investeringsbegroting

Slide 3 - Tekstslide

Lesinhoud
Het begrip marketing opsplitsen naar de volgende leerdoelen:

  • Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe bedrijven promotiebeleid toepassen
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe bedrijven plaatsbeleid toepassen
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe bedrijven prijsbeleid toepassen
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen hoe bedrijven productbleid toepassen
  • Je kunt uitleggen hoe bedrijven marketing inzetten om hun marktaandeel te vergroten

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent marketing volgens jou?

Slide 5 - Open vraag

Hoe verkoop je een product?
  • Marketing is alle activiteiten die een bedrijf onderneemt om de consument te overtuigen om hun product te kopen.
4 P’s:
  1. Productbeleid
  2. Prijsbeleid
  3. Plaatsbeleid
  4. Promotiebeleid

Slide 6 - Tekstslide

Hoe verkoop je een product?
De 4 P’s vormen samen de marketingmix. Ze worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd om de doelgroep te verleiden hun producten te kopen. De doelgroep is de groep consumenten waarvoor het product bedoeld is.

Slide 7 - Tekstslide

Bij een succesvol marketingbeleid kan het marktaandeel groeien.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 1 (opwarmertje)
In 2024 verkochten alle fietsmerken samen 335.150 fietsen. Hiervan waren er 76.305 elektrisch.

Wat is het marktaandeel van elektrische fietsen?

timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

In 2024 verkochten alle fietsmerken samen 335.150 fietsen. Hiervan waren er 76.305 elektrisch. Wat is het marktaandeel van elektrisch fietsen?

Slide 10 - Open vraag

Antwoord
Het marktaandeel van elektrische fietsen: 76.305/335.150 x 100%=  22,8 %

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 2 (verdiepende vraag)
Bakkerij 't Stoepje verkoopt brood op markten in Nederland. Er zijn 140 verkopers met een marktkraam. Ze verkopen per jaar voor € 81,2 miljoen aan brood. Op de markt voor broodverkopen is het marktaandeel van Bakkerij 't Stoepje 3%. Hoe groot (in euro's) is de totale markt voor de verkoop van brood?
timer
2:00

Slide 12 - Tekstslide

Bakkerij 't Stoepje verkoopt brood op markten in Nederland. Er zijn 140 verkopers met een marktkraam. Ze verkopen per jaar voor € 81,2 miljoen aan brood. Op de markt voor broodverkopen is het marktaandeel van Bakkerij 't Stoepje 3%. Hoe groot (in euro's) is de totale markt voor de verkoop van brood?

Slide 13 - Open vraag

Antwoord: 
€ 81,2 miljoen = 3%

De totale marktomzet voor brood = (81,2/3) × 100 = € 2.706,67 miljoen (= € 2,7 miljard)

Slide 14 - Tekstslide

Welk product ga je verkopen?

Productbeleid: de keuzes die een bedrijf maakt met betrekking tot de kenmerken van een product.

  • Materiële kernmerken: Tastbare kenmerken van een product, zoals kwaliteit, design en verpakking.
  • Immateriële kenmerken: Onzichtbare kenmerken van een product, zoals garantie, service en imago.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe bepaal je de prijs van een product?


Het prijsbeleid gaat over alle keuzes die een bedrijf maakt over de prijs van een product.
Factoren die een rol spelen bij prijsbeleid zijn:
  • Kostprijs.
  • Betalingsbereidheid: het bedrag dat de consument bereid is ervoor te betalen.
  • Psychologische prijzen: de verkoopprijs zo vaststellen dat de consument sneller geneigd is om het product te kopen. Bijvoorbeeld: € 2,99 of ‘1+1 gratis’.

Slide 16 - Tekstslide

Waar verkoop je het product?

Het plaatsbeleid gaat over alle keuzes die een bedrijf maakt met betrekking tot waar het product wordt verkocht.

Denk hierbij aan de locatie van de winkel, maar ook de locatie van producten in de winkel.
  1. Willen consumenten moeite doen voor het product?
  2. Online of in een fysieke winkel?
  3. Op ooghoogte of op het onderste schap of bij de kassa?

Slide 17 - Tekstslide

Hoe verkoop je het product aan de klant:

  • Directe distributie: rechtstreekse verkoop aan de klant.
  • Indirecte distributie: het product wordt via een winkel aan de consument verkocht.

Slide 18 - Tekstslide

Hoe geef je het product bekendheid?

Het promotiebeleid gebruik je om het product of merk bekend te maken bij de doelgroep.
  • Reclame: vorm van communicatie om een product aan te prijzen.
  • Affiliate marketing: vorm van internetmarketing waarbij de adverteerder de eigenaar van de website waar de advertentie op staat een klein bedrag betaalt, elke keer als er op de advertentie wordt geklikt.
  • Sponsoring: vorm van marketing waarbij een merk zich verbindt aan een bekende persoon of organisatie.



Slide 19 - Tekstslide

Bij welke winkel/merk hoort de volgende slogan?

Slide 20 - Tekstslide

timer
0:30

Slide 21 - Tekstslide

Welke merk/slogan hoort hierbij?

Slide 22 - Open vraag

timer
0:30

Slide 23 - Tekstslide


Slide 24 - Open vraag

timer
0:30

Slide 25 - Tekstslide


Slide 26 - Open vraag

timer
0:30

Slide 27 - Tekstslide

De slogan: "Steeds verrassend altijd voordelig" hoort bij welke winkel

Slide 28 - Open vraag

Groepsopdracht
Op scherm zie je per groep een winkelnaam staan. Jullie moeten de 4 p's die horen bij de winkel op whiteboard schrijven. Jullie krijgen hiervoor 5 minuten de tijd.
  • Prijsbeleid
  • Plaatsbeleid
  • Productbeleid
  • Promotiebeleid

Slide 29 - Tekstslide

Winkels
Groep 1: Action
Groep 2: Apple
Groep 3: Mc Donald's
Groep 4: Tesla
Groep 5: Nike
timer
5:00

Slide 30 - Tekstslide

Groep 1: Action

Slide 31 - Tekstslide

Groep 2: Apple

Slide 32 - Tekstslide

Groep 3: Mc Donalds

Slide 33 - Tekstslide

Groep 4: Tesla

Slide 34 - Tekstslide

Groep 5: Nike

Slide 35 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
5.3. Het begrip marketing en de 4 p's met voorbeelden kunnen benoemen.

Volgende les huiswerk:
Samenvatting en herhalingsopdrachten 1 t/m 7 maken.

Reflectie:
Wat was prettig aan deze bijeenkomst en
Wat is er een volgende keer (anders) nodig?

Slide 36 - Tekstslide