Oefentoets ecologie 2
1 / 25
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Een regenbui is een abiotische factor.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Populaties maken deel uit van een ecosysteem.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Afvaleters behoren tot de reducenten.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quizvraag
In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel groter.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Zonplanten hebben weinig licht nodig
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Een paardenbloem behoort tot de consumenten.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Een roodborstje bouwt een nest in een boom. Voor een roodborstje is nestgelegenheid een biotische factor.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
1. In een ecosysteem wordt de populatie nooit groter
2. De populatiegrootte schommelt meestal rond het biologisch evenwicht
2. De populatiegrootte schommelt meestal rond het biologisch evenwicht
A
1= niet waar
2= niet waar
B
1 = waar
2= waar
C
1= niet waar
2= waar
D
1= waar
2= niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Hoe noem je een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten?
Hoe noem je een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten?
Hoe noem je een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten?
Hoe noem je een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten?
Hoe noem je een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten?
Hoe noem je een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten?
Hoe noem je een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten?
Hoe noem je een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten?
Hoe noem je een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten?
A
Biotoop
B
Ecosysteem
C
Levensgemeenschap
D
Populatie
Slide 11 - Quizvraag
Hoe heet de relatie tussen 1 organisme en zijn omgeving ?
A
individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem
Slide 12 - Quizvraag
Hoe heet een groep individuen van 1 soort ?
A
individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem
Slide 13 - Quizvraag
Hoe heet de relatie tussen populaties van verschillende soorten ?
A
individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem
Slide 14 - Quizvraag
Temperatuur
A
Biotische factor
B
Abiotische factor
Slide 15 - Quizvraag
Soortgenoten
A
Biotische factor
B
Abiotische factor
Slide 16 - Quizvraag
Wind
A
Biotische factor
B
Abiotische factor
Slide 17 - Quizvraag
Schaduwplanten hebben:
A
dikke bladeren
B
bladeren met een waslaag
C
dunne bladeren
Slide 18 - Quizvraag
Sloot
In een sloot komen de volgende soorten organismen voor:
1) alg; 4) stekelbaars;2) baars; 5) watervlo.
3) snoek;
Welke reeks kan een voedselketen van deze soorten weergeven?
A
1 –> 2 – >4 –> 5 –> 3
B
1 –> 5 –> 4 –> 2 –> 3
C
5 – >1 – >3 –> 4 –> 2
D
5 – >4 –> 2 –> 3 –> 1
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
individu
populatie
ecosysteem
LEVENSGEMEENSCHAP
BIOTOOP
Slide 21 - Sleepvraag
a-biotische
factor
Biotische factor
Slide 22 - Sleepvraag
Biotische factoren
Abiotische factoren
Sleep de woorden naar de juiste plek
licht
gras
soortgenoten
regen
konijnen
schimmels
Temperatuur
wind
Slide 23 - Sleepvraag
Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding).
bladluis
buizerd
konijn
lieveheersbeestje
merel
planten
Slide 24 - Sleepvraag
In een vijver leven onder andere algen, stekelbaarsjes, waterkevers, waterplanten en watervlooien.
Deze organismen behoren
tot dezelfde populatie.
Deze organismen behoren
tot dezelfde levensgemeenschap.
niet
wel
niet
wel
