1.3 Basisbehoeften, arm en rijk

       Paragraaf 1.3  
0 -    5   Telefoon weg, boeken pakken
5 -   10  Terugblik vorige les 
10 - 50  Uitleg en werken
50 - 55  Afsluiting

Aan het eind van de les:
Weet je wat de basisbehoefte zijn
timer
1:00
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

       Paragraaf 1.3  
0 -    5   Telefoon weg, boeken pakken
5 -   10  Terugblik vorige les 
10 - 50  Uitleg en werken
50 - 55  Afsluiting

Aan het eind van de les:
Weet je wat de basisbehoefte zijn
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

      Welkom! 
Pak je laptop en je boek (blz. 34)
  1. Telefoons weg in de krat 
  2. Zitten volgens plattegrond
  3. Start lesson-up op 
(lesson-up.app)
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

      Aan het eind van de les
• weet je wat met basisbehoeften bedoeld wordt en kun je er
voorbeelden van geven;
• kun je uitleggen wat het verschil is tussen arme en rijke landen als het
gaat om wonen en werken;
• weet je wat het verschil is tussen welvaart en welzijn en hoe je met die
begrippen kunt zien of inwoners van een land rijk of arm zijn;
• weet je wat bnp/hoofd betekent en begrijp je wat het zegt over hoe
arm of rijk een land is.

Slide 3 - Tekstslide

Sla open blz. 28
1.3 basisbehoeften

Slide 4 - Tekstslide

Wat heb jij nodig om goed te kunnen leven?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de vijf basisbehoeften van een mens?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Klik de juiste combinaties aan
Hieronder staan zaken die iedereen nodig heeft. Wat hoort bij wat?
eten en drinken
een huis
onderwijs
gezondheidszorg
dokters en ziekenhuizen
onderdak
scholen
voedsel

Slide 9 - Sleepvraag

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Welke basisbehoefte heeft Emanual denk je niet?
A
Onderwijs
B
Gezondheidszorg
C
Eten
D
Kleding

Slide 14 - Quizvraag

Noteer de verschillen tussen jouw onderwijs en dat van Emanuel

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Krottenwijken liggen meestal.....
A
op de gunstigste plaatsen
B
op de minst gunstige plaatsen

Slide 19 - Quizvraag

Waar zijn de huizen in de krottenwijken van gemaakt?
A
Steen en cement
B
Modder en kleistenen
C
Platen, afval en hout
D
Zand en water

Slide 20 - Quizvraag

Geen basisbehoefte
Wel een basisbehoefte

Slide 21 - Sleepvraag

      Aan het werk 1.3
  1. Paragraaf 1.1 (blz. 28 t/m 33)
  2. Nakijken 1.3
  3. Verdieping blz. (blz. 35)
timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat is géén kenmerk van de scharreleconomie?
A
geen vast inkomen
B
betalen van belastingen
C
geen diploma nodig
D
geen geld bij ziekte of ouderdom

Slide 24 - Quizvraag

Een voorbeeld van de scharreleconomie is...
A
Op straat handelen, schoenenpoetsen, auto's wassen
B
Voor de klas staan
C
Een eigen restaurant
D
Een eigen garage

Slide 25 - Quizvraag

In welk land is er veel scharreleconomie?
A
Duitsland
B
Senegal
C
beide

Slide 26 - Quizvraag

Aan het werk
  1. Nakijken 1.2 
  2. Maken paragraaf 1.3 opdracht 3, 4, 5, 7, 9
  3. Nakijken 1.3 
  4. Verdieping blz. 35

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een scharreleconomie?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Als er veel welvaart is in een land, is ook de rijkdom groot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Welkantwoord hoort bij slechte levensomstandigheden?
A
dagelijks in de file staan
B
één auto per gezin
C
kinderen gaan niet naar school
D
ziekenhuis in een andere stad

Slide 34 - Quizvraag

Sleep naar de juiste plek
In rijke landen hebben mensen meer dan genoeg geld voor hun basisbehoeften.

In rijke landen is veel rijkdom of

In arme landen is veel

Deze mensen hebben niet genoeg geld voor hun
welvaart
basisbehoeften
armoede

Slide 35 - Sleepvraag

Als je niet genoeg geld hebt voor de basisbehoeften, leef je in armoede en in slechte ...
A
gezondheidszorg
B
economie
C
welvaart
D
levensomstandigheden

Slide 36 - Quizvraag

Welvaart gaat om de levensomstandigheden van een land.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Levensomstandigheden
Welvaart
Basisbehoeften
Ontwikkelingslanden
Geen onderwijs
Hulp nodig bij ontwikkeling
Rijkdom
Voedsel en water

Slide 39 - Sleepvraag

Slide 40 - Tekstslide

      Aan het werk 1.3
  1. Paragraaf 1.1 (blz. 28 t/m 33)
  2. Nakijken 1.3
  3. Verdieping blz. (blz. 35)
timer
1:00

Slide 41 - Tekstslide

      Leerdoelen check
• weet je wat met basisbehoeften bedoeld wordt en kun je er
voorbeelden van geven;
• kun je uitleggen wat het verschil is tussen arme en rijke landen als het
gaat om wonen en werken;
• weet je wat het verschil is tussen welvaart en welzijn en hoe je met die
begrippen kunt zien of inwoners van een land rijk of arm zijn;
• weet je wat bnp/hoofd betekent en begrijp je wat het zegt over hoe
arm of rijk een land is.

Slide 42 - Tekstslide