- Waneer de chromosomen verdubbelen tijdens de S-fase en alle chromosomen bestaan uit 2 zusterchromatiden heb je nog steeds 2 sets DNA, ongeacht hoeveel kopieën je ervan hebt.
- 2 sets DNA (2n) is 1 chromosoom van je moeder en 1 van je vader, ongacht de hoeveelheid kopieën je ervan hebt
Slide 3 - Tekstslide
- Lichaamcellen zijn diploïd (2n), ze bevatten van elk type chromosoom 2 exemplaren (1 van je vader, 1 van je moeder)
- Geslachtscellen zijn haploïd (n) ze bevatten van elk type chromosoom 1 exemplaar (1 van je vader óf 1 van je moeder
Slide 4 - Tekstslide
Mitose
- Bij mitose verdubbelen de chromosomen om vervolgens uit elkaar gehaald te worden.
- Aan het begin en aan het einde van de celdeling heb je dan evenveel chromosomen