taal actief 4, groep 7 blok 4 les 2 lijdend voorwerp en gezegde

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Doel van de les:

Ik kan het gezegde en het lijdend voorwerp in een zin vinden.

Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden?

Paul heeft een groene tractor gekocht.

Paul heeft een groene tractor gekocht.

Het lijdend voorwerp is:

Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden?

Loes heeft de tuin gesproeid.

Loes heeft de tuin gesproeid.

Het lijdend voorwerp is:

Leo poetst de auto.

Het lijdend voorwerp is:

Bart zingt onder de douche een lied.

Het lijdend voorwerp is:

De acrobaat draait een rondje.

Het lijdend voorwerp is:

De clown heeft patat gegeten.

Het lijdend voorwerp is:

Als juf het zegt begin je met Proberen 2

Let op:

Gebruik de goede kleur om iets te onderstrepen.

Als je meerdere woorden onderstreept, moet dat in 1 keer.