Werkwoordspelling les 9: Waarom spelling? deel 2

Nederlands

Werkwoordspelling - Les 9: 
Waarom werkwoordspelling?

HAVO 1 P1 2019-2020
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Werkwoordspelling - Les 9: 
Waarom werkwoordspelling?

HAVO 1 P1 2019-2020

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd...


... welke regels horen bij de verschillende werkwoordsvormen.

Waarom? Als je de regels kent, kun je deze toepassen en tot de juiste spelling komen!

We zetten ze nog een keer samen op een rij.








Slide 2 - Tekstslide

Eerder heb je geleerd...
... waarom je werkwoordspelling leert. 

We concludeerden toen dat de spellingingcontrole niet alle fouten uit je teksten haalt. Nou en? Waarom zou dat moeten? Waarom zouden al je teksten zo min mogelijk spelfouten moeten bevatten?

Het antwoord op deze vraag, geef je zelf aan het einde van deze les.

Slide 3 - Tekstslide

Taalverzorging = belangrijk!

Taalverzorging (spelling, grammatica en interpunctie) is belangrijk. Niet alleen bij Nederlands, maar ook bij andere vakken. En eigenlijk gaat het nog verder. Taalverzorging is niet alleen belangrijk op school, maar ook daar buiten. Taal is belangrijk bij (bijna) alles wat je doet. 

Waarom?

Slide 4 - Tekstslide

Fouten in verschillende tekstsoorten

1.  appje naar een klasgenoot
2. persoonlijke aantekeningen van een les
3. boodschappenlijstje
4. sollicitatiebrief 
5. mail aan je docent
6. schrijfopdracht voor Nederlands
7. bericht op Instagram
8. schrijfopfdracht voor biologie
9. appje naar je ouders


Slide 5 - Tekstslide

Fouten maken mag absoluut (niet)!
Onderstaande opdracht maak je op slide 9
Je gebruikt voor deze opdacht de tekstsoorten op slide 7.

  • Maak een volgorde (1 t/m 9) van ‘fouten maken mag absoluut niet’ naar   ‘fouten maken mag’
  • Op 1 staat de tekstsoort waarin absoluut geen fouten mogen worden   gemaakt. 
  • Op 10 staat de tekstsoort waarin het het minst erg is als er fouten in   worden gemaakt. 
  • Daartussen staan de andere tekstsoorten op volgorde.

Je krijgt hiervoor 5 minuten.
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Gebruik de tekstsoorten op slide 6.

Maak een volgorde (1 t/m 9) van ‘fouten maken mag absoluut niet’ naar ‘fouten maken mag’.

Slide 7 - Open vraag

Klaar?
Ben je eerder klaar?

Maak dan alvast een begin aan de volgende opdrachten op slide 9 t/m 17.

Je kunt de antwoorden niet zelf controleren. 

We bespreken ze in de klas. 


Slide 8 - Tekstslide

1. Stel je voor: Je leest een nieuwsbericht in de krant. Dit bericht zit vol spelfouten.

Wat vind je hiervan? Wat denk je hierover? Wat voel je hierbij?

Slide 9 - Open vraag

2. Stel je voor: Je leest een artikel in het tijdschrift van Freek Vonk. Dit artikel zit vol spelfouten.

Wat vind je hiervan? Wat denk je hierover? Wat voel je hierbij?

Slide 10 - Open vraag

3. Stel je voor: Je krijgt een appje van de mini-mentoren. Dit appje zit vol spelfouten.

Wat vind je hiervan? Wat denk je hierover? Wat voel je hierbij?

Slide 11 - Open vraag

4. Stel je voor: Je ouders krijgen een mail van mevrouw De Blocq. Deze mail zit vol spelfouten.

Wat vinden zij hiervan? Wat denken zij hierover? Wat voelen zij hierbij?

Slide 12 - Open vraag

5. Stel je voor: Meneer de Boer krijgt een mail van jou. Deze mail zit vol spelfouten.

Wat vind jij hiervan? Wat denk jij hierover? Wat voel jij hierbij?

Slide 13 - Open vraag

6. Stel je voor: In een wiskunde-opdracht, gemaakt door de docent zelf, staan een heleboel spelfouten.

Wat vind jij hiervan? Wat denk jij hierover? Wat voel jij hierbij?

Slide 14 - Open vraag

7. Stel je voor: Je schrijft een sollicitatiebrief aan een bedrijf, waar je heel graag wil werken. Hierin staan een heleboel spelfouten.

Wat vindt degene die bepaalt of je wordt aangenomen hiervan? Wat denkt hij hierover? Wat voelt hij hierbij?

Slide 15 - Open vraag

Conclusie:
1. Waarom leren we spelling? Waarom is het belangrijk om je taal te verzorgen?

Slide 16 - Open vraag

Conclusie:
2. Wat kun je doen om ervoor te zorgen dat je taal optimaal is verzorgd? (Ook als je taal lastig vindt.)

Slide 17 - Open vraag