4. Maak je een voltooid deelwoord van de genoemde werkwoorden in de zin.
Voorbeeld: De bioscoop was die avond __________ (sluiten)
Antwoord: gesloten
5. A Zet je de werkwoorden (die tussen haakjes staan) in de goede vorm.
5. B Benoem je de werkwoordsvorm
Voorbeeld: De bioscoop was die avond __________ (sluiten).
Antwoord: gesloten - Voltooid deelwoord of VD