Je schrijft een hoofdletter in de volgende gevallen:
Aan het begin van een zin. Maar er zijn uitzonderingen:
‘s Morgens eet ik altijd twee beschuiten met kaas.
53 betogers werden door de politie gearresteerd wegens vandalisme.
Bij eigennamen van een persoon, dier, schip, straat, stad, berg, rivier, planeet, taal, titel, feestdag, organisatie:
Tugra, Kazan, Marina 4, de Meidoornstraat, ’s-Hertogenbosch, Mount Everest, de Hollandse Vecht, Jupiter, Frans, de musical ‘Hair’, Pinksteren, Bevrijdingsdag, Artsen zonder Grenzen, het Meander College, de AOW
Let op bij persoonsnamen!
Als er een voorletter of voornaam bij staat, schrijf je voorvoegsels met kleine letters:
Joost van der Wal, de heer J. van der Wal,
de heer Van der Wal, mevrouw K. van der Wal-ten Napel
Bij bijvoeglijke naamwoorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid:
Italiaans ijs, Noord-Hollandse tulpen, Spaanse scholen