In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken
Slide 1 - Tekstslide
Welk enzym werkt het beste bij pH van 6?
A
enzym 1
B
enzym 2
C
enzym 3
Slide 2 - Quizvraag
Leerdoel
Je kent de bouw en vertering van koolhydraten
Slide 3 - Tekstslide
Noem alles wat in je opkomt bij het woord koolhydraten
Slide 4 - Woordweb
Gebruik glucose
Energierijke stof:
-welk organel?
-reactie?
Bouwstof:
-slijmlagen (bloedvat, maag)
-receptoren in celmembraan
Slide 5 - Tekstslide
OPSLAG VAN GLUCOSE
te weinig glucose
Slide 6 - Tekstslide
Uit welke drie elementen / atomen bestaan alle koolhydraten? (binas)
Slide 7 - Open vraag
Sachariden, de bouwstenen van koolhydraten
Koolhydraten (sachariden)
- bestaan uit C, O en H
- monosacharide - vb. glucose/ fructose/ galactose/ ribose
- disacharide - vb. lactose/ sacharose
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Uit welke twee monosachariden bestaat lactose?
A
fructose en galactose
B
glucose en glucose
C
galactose en glucose
D
glucose en fructose
Slide 10 - Quizvraag
Hoe zit het dan met suiker?
Mono- en disachariden worden suikers genoemd. Deze leveren vaak snel energie op omdat de vertering minimaal is
Polysachariden worden niet suikers genoemd. Deze moeten eerst worden afgebroken.
Elke suiker is een koolhydraat, niet elk koolhydraat is een suiker
Slide 11 - Tekstslide
Polysachariden
allen opgebouwd op glucose moleculen
reservestof (zetmeel en glycogeen)
in planten (zetmeel en cellulose)
bouwstof (cellulose)
voedingsstof (zetmeel)
zetmeel
cellulose
glycogeen
Slide 12 - Tekstslide
Welke polysacharide wordt ook wel de dierlijke zetmeel genoemd?
A
glucose
B
glycogeen
C
celloluse
D
glucagon
Slide 13 - Quizvraag
Vertering
Het omzetten van polysachariden (vooral zetmeel) naar monosachariden
Slide 14 - Tekstslide
BINAS 82
Mond: mechanische vertering en afbraak zetmeel (poly-) tot maltose (di-)
12V darm: opnieuw amylase
Dunne darm: afbraak maltose tot glucose en opname glucose.
Slide 15 - Tekstslide
Vind er in de slokdarm vertering van polysachariden plaats? Leg uit.
Slide 16 - Open vraag
Noem de organen die enzymen produceren voor de koolhydraatvertering (binas)
Slide 17 - Open vraag
Eén van de enzymen in darmsap is sacharase. Wat is van dit enzym het ……… (1) het bijbehorende substraat, (2) de optimum pH, (3) de optimum temperatuur en (4) het product?
Slide 18 - Open vraag
Opname in de dunne darm
Alle verteringsproducten worden via actief transport opgenomen en komen in de bloedvaten. Deze bloedvaten gaan vervolgens via de poortader naar de lever.
Via de leverader komen de verteringsproducten in je bloedvatenstelsel
Slide 19 - Tekstslide
Darmplooien, darmvlokken en villi vergroten het darmoppervlak
Slide 20 - Tekstslide
Wet van Fick (BINAS 83) (diffusie)
Slide 21 - Tekstslide
Door welke factoren uit de wet van Fick, werkt resorptie van voedingsstoffen snel in de dunne darm?
Slide 22 - Open vraag
Glucose opname
Symport (co-transport)
Actief/passief?
Natriumconcentratie in de dekweefselcel bepaald transport