Ned_3g_Week3_les2

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Afspraken tijdens de les
Terugblik
Namenronde

Invulopdracht herhaling woordenschat
Invulopdracht woordenschat letter B
Zelfstandig aan de slag 
Huiswerk inleveren online
Evalueren les
Vooruitblik
Kahoot! A (en B)



Slide 2 - Tekstslide

Microfoon uit tijdens een les online

Graag mobiel mee (met oortjes in)

Materiaal: methodeboek Nieuw Nederlands, (leesboek), schrift en pen

Afwezigheid of te laat noteren in magister

Individueel aan de slag 

Werkt iemand online thuis?




Slide 3 - Tekstslide

Terugblik 
Wat hebben we gedaan?
Woordenschat

Hoe ging de les?
Goede inzet weer.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Lesinhoud deze week
Woordenschat H1
Je kunt de stijlfiguren repetitio en enumeratio herkennen, begrijpen en toepassen.
Woordenschat H1
Startopdracht blz 26, theorie blz 26
Opdrachten 1 t/m 6
blz 26-29


Woordenschat woorden B bespreken

Spelling werkwoorden etc.

Herhaling donderdag











Geen




 Geen
 Video-uitleg behorende bij blz 26

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt de stijlfiguren repetitio en enumaratio herkennen en begrijpen( woordenschat)

Je kunt de betekenis opzoeken van de woordjes die starten met de letter B, C en D (woordenschat)

Al het achterstallig werk inhalen/afmaken. 
Zie studiewijzer!

Slide 7 - Tekstslide

1. Apple, Iphoto. Shoot it. Share it.
A
climax
B
drieslag
C
omgekeerde climax
D
herhaling

Slide 8 - Quizvraag

Antwoord

drieslag

1. Apple, Iphoto. Shoot it. Share it. 
opsomming van drie woorden, zinnen, zinsdelen


Slide 9 - Tekstslide

2. De trainer werd eerst boos, toen kwaad, daarna woedend op Diederik.
A
climax
B
drieslag
C
omgekeerde climax
D
tegenstelling

Slide 10 - Quizvraag

Antwoord

climax

2. De trainer werd eerst boos, toen kwaad, daarna woedend op Diederik.

een steeds sterkende wordende reeks

Slide 11 - Tekstslide

3. Rico heeft een grote mond, maar een klein hartje.
A
climax
B
drieslag
C
omgekeerde climax
D
tegenstelling

Slide 12 - Quizvraag

Antwoord

tegenstelling

3. Rico heeft een grote mond, maar een klein hartje.




Slide 13 - Tekstslide

4. Drommels, drommels en nog eens drommels
A
climax
B
drieslag
C
herhaling
D
tegenstelling

Slide 14 - Quizvraag

Antwoord

herhaling

4. Drommels, drommels en nog eens drommels

Slide 15 - Tekstslide

5. Twan won geen 100 euro, geen 50 euro, geen 10 euro, maar slechts 2 euro met zijn lot.
A
climax
B
drieslag
C
omgekeerde climax
D
tegenstelling

Slide 16 - Quizvraag

Antwoord
omgekeerde climax

Een steeds zwakker wordende reeks.
5. Twan won geen 100 euro, geen 50 euro, geen 10 euro, maar slechts 2 euro met zijn lot.




Slide 17 - Tekstslide

6. Bij de kwekerij kun je tegen scherpe prijzen, beuken, berken en eiken kopen.
A
climax
B
opsomming
C
herhaling
D
tegenstelling

Slide 18 - Quizvraag

Antwoord
opsomming (herhaling zou zijn: beuken, beuken, beuken of berken, berken, berken)

Bij de kwekerij kun je tegen scherpe prijzen, beuken, berken en eiken kopen.






Slide 19 - Tekstslide

Nog moeite? 
KIjk naar: Woordenschat, blz 26, theorie of bekijk het filmpje zo dadelijk!

Slide 20 - Tekstslide

Woorden B

Slide 21 - Tekstslide

Schooltaalwoorden met de B
Baseren (op)
Beleid
Beredeneren
Betrekking (met betrekking tot of m.b.t.)
Blootstaan (aan)


Slide 22 - Tekstslide

Noteer de betekenis EN bedenk een zin waarin het volgende woord verwerkt is: baseren (op)

Slide 23 - Open vraag

Antwoord
Baseren (op) : bouwen op
Voorbeeldzin: Hij denkt dat ik niks durf, maar waarop baseert hij die gedachte eigenlijk?






Slide 24 - Tekstslide

Noteer de betekenis EN bedenk een zin waarin het volgende woord verwerkt is: beleid

Slide 25 - Open vraag

Antwoord

Beleid: lijn voor het halen van bepaalde doelstellingen
Voorbeeldzin: Ik hoop dat het beleid van de school om de veiligheid te vergroten wordt voortgezet.








Slide 26 - Tekstslide

Noteer de betekenis EN bedenk een zin waarin het volgende woord verwerkt is.

Beredeneren


Slide 27 - Open vraag

Antwoord
Beredeneren : met redenen uitleggen
Voorbeeldzin: Beredeneer waarom Nederlands wel/niet een leuk vak is.





Slide 28 - Tekstslide

Noteer de betekenis EN bedenk een zin waarin het volgende woord verwerkt is.: betrekking (met betrekking tot of m.b.t.)


Slide 29 - Open vraag

Antwoord
Met betrekking tot : als het gaat over
Voorbeeldzin: Voor vragen met betrekking tot het beleid voor de schoolveiligheid, verwijzen we u naar de schoolleiding.






Slide 30 - Tekstslide

Noteer de betekenis EN bedenk een zin waarin het volgende woord verwerkt is: blootstaan (aan)



Slide 31 - Open vraag

Antwoord

Blootstaan (aan) : onbeschermd zijn tegen
Voorbeeldzin: Als er zich steeds een mobiele telefoon dichtbij je lichaam bevindt, sta je bloot aan heel wat straling.




Slide 32 - Tekstslide

Je gaat zelf aan de slag 
Woorden C  en D invullen 

Klaar? Maak het volgende af:
Maak ook het volgende:
blz 26-29
opdr 2, 4, 5 en 6

Belangrijk:
Controleer zelf wat je nog moet afmaken van het huiswerk.
Helaas heb ik te weinig huiswerk ontvangen.
Is alles daadwerkelijk wel gemaakt?

1) Kijk in je schrift.
2) Vergelijk met het huiswerk in magister op don en vrij of alles erin staat (of kijk in de studiewijzer)
Let op: de praktijkopdracht hoef je NIET te doen.
3) Maak het overige werk af. 
4) Ben je klaar? Stuur naar mij de opdrachten in TEAMS.






Slide 33 - Tekstslide

Woorden C en D uitdelen

Slide 34 - Tekstslide

Schooltaalwoorden c en d
Competent
Conform
Consistent
Continu
Cruciaal

Desnoods
Dikwijls
Dimensie
Dissident
Doelstelling

Slide 35 - Tekstslide

Ga naar teams-opdrachten en lever de opdracht in.

Slide 36 - Tekstslide

Ga naar teams-opdrachten en lever de opdracht in.
NIET via de chat/mail inleveren SVP, dit reken ik niet mee als huiswerkcontrole.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Je gaat zelf aan de slag 
Woorden C  en D invullen 

Klaar? Maak het volgende af:
Maak ook het volgende:
blz 26-29, opdr 2, 4, 5 en 6

Belangrijk:
Controleer zelf wat je nog moet afmaken van het huiswerk.
Helaas heb ik te weinig huiswerk ontvangen.
Is alles daadwerkelijk wel gemaakt?

1) Kijk in je schrift.
2) Vergelijk met het huiswerk in magister op don en vrij of alles erin staat (of kijk in de studiewijzer)
Let op: de praktijkopdracht hoef je NIET te doen.
3) Maak het overige werk af. 
4) Ben je klaar? Stuur naar mij de opdrachten in TEAMS.

Muziek op mag! Svp in stilte aan de slag.






Slide 42 - Tekstslide

Hoe ging de invulopdracht?
Hoe ging het zelfstandig werken?
Wat ging goed?
Kan er de volgende keer iets beter?

Slide 43 - Tekstslide

Wat gaan we de komende week doen?
Leesvaardigheid, poëzie en spelling


Wat moet de aankomende week mee? 
Methodeboek, schrift, pen, leesboek (lezen voor de lijst) en je mobiele telefoon 

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Link

Slide 47 - Tekstslide