20.1 Veredelen

H20 Planten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H20 Planten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Bestuiving door insecten
Bestuiving door de wind

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
20.1 Veredelen

Slide 7 - Tekstslide

Doel 20.1
1 Je beschrijft de geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij zaadplanten en legt het effect uit op de genetische variatie.
2 Je beschrijft de functie van sporen bij de vermeerdering van schimmels.
3 Je beschrijft genetische modificatie en de toepassingen daarvan bij plantenveredeling.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

20.1 Veredelen
selecteren
kruisen

Slide 10 - Tekstslide

Genen beïnvloeden
Klassieke veredeling:
Planten/ dieren die een gunstige combinatie van allelen hebben selecteren en met elkaar kruisen (bij dieren heet dat fokken)

Genetische modificatie:
Een stukje DNA van een ander organisme inbrengen in het DNA van een organisme: transgene organismen.
Als er genen worden ingebouwd van dezelfde soort: cisgene organismen.

Slide 11 - Tekstslide

Genetische modificatie
binas 71 M

Slide 12 - Tekstslide

Waarvoor gebruik je eenzelfde enzym bij het open knippen van de plasmide en het knippen van een gen uit DNA van een donororganisme?

Slide 13 - Open vraag

Polyploïdie

  • vergroot opbrengst gewassen



Gebruik colchicine: spoelfiguur wordt afgebroken, chromatiden splitsen wel

hierdoor polyploïdie: veelvoud van het aantal chromosomen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Polyploïdie

Slide 16 - Tekstslide

Oculeren in de zomervakantie

De hele zomervakantie luieren bij het zwembad is niet wat alle jongeren doen. De zomervakantie betekent ook alle tijd voor geld verdienen met een bijbaan. Twan kiest ervoor om te gaan oculeren. ‘Bij ons in het dorp zitten veel rozenkwekers. Iedereen van 14 jaar of ouder werkt in de zomer op de rozenvelden.’
Oculeren is een manier om planten te vermeerderen. Twan laat zien hoe het moet. ‘Je snijdt met een scherp mes een T-vorm in de stam van een plant. Daarna schuif je de knop met een stukje stam van een andere plant in de T-vormige snee (zie afbeelding 13). Een knop van bijvoorbeeld een witte roos wordt in de onderstam van een wilde roos gezet. Hier groeit de knop uit met bladeren en nieuwe bloemknoppen.’
Hard werken is het wel. ‘De hele dag op je knieën voorovergebogen, maar na de zomer wel heel veel geld verdiend – en alle dagen buiten geweest’, zegt Twan.


Lees de tekst om de volgende vragen te beantwoorden

Slide 17 - Tekstslide

Is oculeren een vorm van geslachtelijke of ongeslachtelijke voortplanting? Leg je antwoord uit.

Van ongeslachtelijke voortplanting, want uit een deel van een plant groeit een nieuwe plant (er vindt geen bevruchting plaats).

Slide 18 - Tekstslide

Welk voordeel heeft oculeren voor een rozenkweker, vergeleken met rozen uit zaden?

noteer zoveel mogelijk voordelen in je schrift

Slide 19 - Tekstslide

Welk voordeel heeft oculeren voor een rozenkweker, vergeleken met rozen uit zaden?

Snellere groei: Geënte rozen groeien sneller en bloeien eerder dan zaailingen.
Uniformiteit: Rozen uit oculatie behouden exact de kenmerken van de moederplant, terwijl zaailingen genetische variatie vertonen.
Sterkere onderstammen: Door te oculeren op een robuuste onderstam krijgen de rozen betere weerstand tegen ziekten en slechte bodemomstandigheden.
Betere bloei: Geënte rozen produceren vaak meer en grotere bloemen dan zaailingen.
Efficiënter en betrouwbaarder: Het succespercentage van oculeren is hoger dan het kweken uit zaad, waarbij kieming en groei variabel kunnen zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Maïs is een belangrijk voedselgewas. Door jarenlange veredeling via kruising en selectie zijn de maiskolven steeds groter en voedzamer geworden. Een nadeel van deze veredelingsmethode is dat deze zeer veel tijd kost. Een ander nadeel is dat niet elk gewenst resultaat kan worden bereikt. Het verhogen van de weerstand tegen insectenvraat bleek bij maïsplanten via kruising en selectie niet te lukken. Hiervoor worden de volgende verklaringen bedacht:
1 Doordat maïsplanten door de wind worden bestoven, vindt overdracht van genen willekeurig plaats.
2 Een gen dat weerstand geeft tegen insectenvraat komt bij maïs van nature niet voor.

Welke verklaringen is/zijn juist?
A
geen van beide verklaringen
B
alleen verklaring 1
C
alleen verklaring 2
D
beide verklaringen

Slide 21 - Quizvraag

Welk voorbeeld van
biotechnologie zie je
hiernaast?
A
Weefselkweek
B
Klonen
C
Polyploïdie
D
Recombinant-DNA-techniek

Slide 22 - Quizvraag

Hoe heet het wanneer een veredelaar stuifmeel van de ene plant op de stempels van andere planten aanbrengt met een penseeltje?
A
Geen bestuiving
B
Zelfbestuiving
C
Kruisbestuiving
D
Kruisen

Slide 23 - Quizvraag

Video's
Basis bestuiving en bevruchting (voorkennis) (8min)
Veredelen (7 min)
Polyploïdie, GMO (recombinant DNA techniek), klonen (15 min)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video