H6: bijvoeglijk naamwoord

Welkom 1D! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • leesboek
  • schrift + etui
  • laptop (dicht)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 1D! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • leesboek
  • schrift + etui
  • laptop (dicht)

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 1D! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • leesboek
  • schrift + etui
  • laptop (dicht)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag ...
  • Nakijken werkblad zinsdelen
  • Terugblik: zelfstandig naamwoord en lidwoord
  • Uitleg bijvoeglijk naamwoord 
  • Oefenen
Doelen van de les: Je kunt het bijvoeglijk naamwoord in een zin herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken werkblad

Slide 6 - Tekstslide

Terugblik
Wat is het verschil tussen zinsdelen en woordsoorten
  • zinsdelen: de zin in zinsdelen verdelen en de zinsdelen benoemen 
  • woordsoorten: elk woord in de zin benoemen 

Slide 7 - Tekstslide

Noteer de lidwoorden (blw, olw) en de zelfstandig naamwoorden (czn, azn, zn-e).

David vertrok gisteren met de auto naar het buitenland.

Slide 8 - Open vraag

Lidwoorden

Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.
Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord, maar soms staan er tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord nog andere woorden.

  • bepaalde lidwoorden (blw): de, het
  • onbepaalde lidwoord (olw): een 



Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
  • de, het, een voor zetten
  • enkelvoud/meervoud
  • verkleinwoord

  • czn -> concreet: iets wat je kunt aanraken: stoel, kauwgom
  • azn -> abstract: iets aan wat je niet kunt aanraken of wat niet bestaat: liefde, week, elfje
  • zn-e -> eigennamen: namen van mensen, dieren, dingen: Albert Heijn, Vincent



Slide 10 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Wat weet je nog? 

Slide 11 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord:
  • vertelt iets over een zelfstandig naamwoord
  • 'Wat een spannende film.'


Slide 12 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord:
  • vertelt iets over een zelfstandig naamwoord
  • 'Wat een spannende film.'

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord:
  • geeft aan van welke stof iets gemaakt is.
  • 'Een zilveren armband.' 

Slide 13 - Tekstslide

Samengevat:

Een bijvoeglijk naamwoord:

  • staat meestal vóór het zelfstandig naamwoord, soms ook erachter
  • heeft soms een verbogen vorm (het rode huis)
  • kent de 'trappen van vergelijking (gaaf-gaver-gaafst)

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord?
A
voetbal
B
boomstam
C
roze
D
peren

Slide 16 - Quizvraag

zelfstandig naamwoord
 Bijvoeglijk naamwoord
peren
aardige
auto
Roos

Lokalen
klein

Slide 17 - Sleepvraag

lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
computeren
zilveren
mooie
meisje
de

Slide 18 - Sleepvraag

Aan de slag!
Maak H6: opdr. 1 t/m 3
blz. 17/18

De eerste tien minuten werk je zelfstandig in stilte. Daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je.

Klaar? 
Maak een samenvatting van de hoofdstukken. 
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 10 maart: 
  • H6: opdr. 1 t/m 3

Slide 20 - Tekstslide