In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
BTW berekeningen
Slide 1 - Tekstslide
Een ondernemer heeft een consumentenomzet van € 2500. De BTW bedraagt 21 % Hoeveel BTW moet de ondernemer betalen?
A
€ 433,88
B
€ 525
C
€ 478,35
D
€ 389,50
Slide 2 - Quizvraag
Een ondernemer heeft een consumentenomzet van € 3.895,00. De BTW bedraagt 21 % Hoeveel BTW moet de ondernemer betalen?
A
€ 817,95
B
€ 675,99
C
€ 725,30
D
€ 776,38
Slide 3 - Quizvraag
Een ondernemer heeft een omzet van € 2800. De BTW bedraagt 21 % Hoeveel BTW moet de ondernemer betalen?
A
€ 485,95
B
€ 588,00
C
€ 525.38
D
€ 540,60
Slide 4 - Quizvraag
Een ondernemer heeft een omzet van € 280.000,00. De BTW bedraagt 21 % Hoeveel BTW moet de ondernemer betalen?
A
€ 48.595,04
B
€ 54.126,00
C
€ 51.123,54
D
€ 58.800,00
Slide 5 - Quizvraag
Een organisatie heeft voor € 28.000 goederen ingekocht. De BTW bedraagt 21%. Hoeveel BTW mag de organisatie vorderen?
A
€ 5.880,00
B
€ 4.859,50
C
€ 5.250,75
D
€ 5.750,25
Slide 6 - Quizvraag
Een bloemenwinkel koopt voor €300 aan bloemen. Hoeveel moet de winkel betalen aan 9% BTW?
A
€27
B
€30
C
€35
D
€25
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het bedrag aan 9% BTW dat een bakkerij moet betalen over een aankoop van €800 aan ingrediënten?
A
€80
B
€60
C
€65
D
€72
Slide 8 - Quizvraag
Hoeveel moet een onderneming betalen aan 9% BTW over een bedrag van €500?
A
€40
B
€50
C
€55
D
€45
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel kost een product van 150 euro exclusief BTW met 21% BTW?
A
160 euro
B
170 euro
C
181,50 euro
D
175 euro
Slide 10 - Quizvraag
inclusief 21% belasting als het oorspronkelijke bedrag 200 euro was?
A
250 euro
B
260 euro
C
242 euro
D
230 euro
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het totaalbedrag inclusief 21% BTW van een aankoop van 250 euro?
A
275 euro
B
290 euro
C
302,50 euro
D
300 euro
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel is 100 euro exclusief BTW met 21% BTW?
A
110 euro
B
121 euro
C
115 euro
D
105 euro
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het bedrag aan BTW voor een product met een consumentenprijs van € 50,00 als het BTW-tarief 21% is
A
€ 8,92
B
€ 8,34
C
€ 7,95
D
€ 8,68
Slide 14 - Quizvraag
Te verrekenen BTW bij aankoop: Een bedrijf koopt kantoormeubilair voor € 3.600,00 inclusief 21% BTW. Ze kunnen echter € 500,00 van de betaalde BTW terugvorderen. Hoeveel BTW moeten ze verrekenen?
A
€ 256
B
€ 132,50
C
€ 124,79
D
€ 225,75
Slide 15 - Quizvraag
Een winkel verkoopt laptops voor € 1.200,00 exclusief 21% BTW. De klant betaalt € 1.452,00 inclusief BTW. Hoeveel BTW moeten ze verrekenen?
A
€ 12,50
B
€ 0,00
C
€ 4,50
D
€ 6,75
Slide 16 - Quizvraag
Een bedrijf verkoopt elektronica voor € 8.000,00 inclusief 21% BTW. Ze kunnen echter € 1.200,00 van de betaalde BTW terugvorderen. Hoeveel BTW moeten ze verrekenen?